What Every Therapist Needs to Know about Treating Eating & Weight Issues
In de vakliteratuur is Karen R. Koenig een onbekende, maar zelf omschrijft ze zich als 'a specialist in the psychology of eating for 30 years'. Daarbij verwijst ze naar haar eigen geschiedenis van een eetstoornis en haar therapeutische praktijk als maatschappelijk werkende met een extra opleiding. Ze schreef eerder al twee boeken die voor een ruim publiek bedoeld waren (zie www.eatingnormal. com). In dit boek vat ze in een soort receptvorm samen wat elke behandelaar zou moeten weten alvorens te werken met cliënten/patiënten die een eet- en/ of gewichtsprobleem hebben. Ze heeft het dus zowel over de eetstoornissen anorexia en boulimia nervosa als over problemen van overgewicht en obesitas, maar evenzeer over voedselallergie en gewichtsveranderingen ten gevolge van somatische of psychiatrische aandoeningen. Daarbij kiest ze duidelijk voor een psychologische invalshoek en worden de biologische en medische aspecten summier besproken; de gevaren van braken en laxeren vermeldt ze niet eens. Ze geeft algemene psychotherapeutische suggesties naast dieetadviezen en tips voor een gezond leven. Daarbij wil ze alle leeftijdgroepen aan bod laten komen, van kinderen tot ouderen. Telkens worden de belangrijkste aandachtspunten in een kort kader samengevat: wat je aan cliënten moet vragen en waar je als behandelaar op moet letten. Het blijft allemaal erg basaal en oppervlakkig, in een taal die elke leek vlot kan begrijpen. Vaak gaat het om persoonlijke visies van de auteur, af en toe verwijst ze naar de vakliteratuur, maar evengoed naar een populaire website of een artikel in The New York Times. Het komt erg Amerikaans over als ze het heeft over eetgewoonten of populaire bladen en als ze gewicht en lengte uitdrukt in Engelse maten. Het wordt dan wel moeilijk voor de (Amerikaanse) lezer wanneer ze verwijst naar de body-mass index (die berust op het metrische systeem van lengte en gewicht) zonder deze zelfs uit te leggen. Verrassend en helder is haar hoofdstuk over (tegen)overdracht, waarbij ze vooral ingaat op mogelijke interactionele problemen als de therapeut zelf een afwijkend gewicht vertoont. Dit hoofdstuk en enkele samenvattende kaders kunnen nuttig zijn voor opleidingsdoeleinden, maar verder weet ik niet voor wie dit boek nu aan te bevelen is.
W. Vandereycken