40 Years of Academic Public Psychiatry
De titel van dit boek dekt slechts gedeeltelijk de lading. Het gaat wel en niet over public health, maar het is vooral een jubileumboek waarin (oud-) medewerkers van het Connecticut Mental Health Center (cmhc) in 9 hoofdstukken de 40-jarige historie beschrijven van hun instituut. De parallel met de Nederlandse situatie is opvallend: de visionaire start in 1966, gebaseerd op vooruitgang- en maakbaarheidgeloof, de focus op ambulante zorg (in Nederland sociale psychiatrie geheten) en een einde in desillusie en met verpaupering van de chronische patiënten. Vervolgens wordt de neuroscience het nieuwe geloof met patiëntenrechten en epidemiologie als de nieuwe onderzoeksdoelen. Nieuwe doelgroepen - verslaafden, etnische minderheden en gedetineerden - komen in beeld onder druk van politiek en verzekeraars met hun nieuwe zakelijkheid. Ook heel herkenbaar is de in alle hoofdstukken terugkerende spanning die inherent is aan samenwerking van een universiteit die gericht is op opleiding en onderzoek, en een zorginstelling die gericht is op patiëntenzorg. Dit boek is vooral een oratio pro domo en de schrijvers wekken de indruk alsof alle vernieuwingen en vooruitgang in de psychiatrie geïnitieerd zijn door dit cmhc, zo niet wereldwijd, dan toch zeker in de vs. De gemelde successen steken echter nogal schril af bij de realiteit van veel psychiatrische patiënten; enige reflectie hierop heb ik gemist. De hoofdstukken bieden enerzijds een staalkaart van de activiteiten van het instituut, anderzijds een lappendeken (maar helaas geen quilt), waaraan velen hebben gewerkt met tot vervelens toe eindeloze herhalingen. Uitputtend worden alle coryfeeën van het instituut met naam genoemd, wat deze Nederlandse lezer slaapverwekkend vond. Al met al een mooi jubileumboek dat mij alleen interessant lijkt voor alumni en historici. Was ik geen recensent geweest, dan had ik het niet uitgelezen.
J.A. Jenner