Essential Philosophy of Psychiatry. In de serie International Perspectives in Philosophy and Psychiatry
Een richtlijn voor publicaties over filosofische verhandelingen betreffende de psychiatrie zou op zijn minst de volgende aanbevelingen moeten inhouden. Ten eerste moeten ze verheldering bieden van kwesties die van centraal belang zijn voor de psychiatrie in wetenschappelijk en praktisch opzicht. Ten tweede bevatten ze een stimulans tot nadenken over de concrete consequenties van de filosofische beschouwingen voor de psychiatrie. Ten derde dienen de publicaties zodanig geschreven te zijn dat ze goed te volgen zijn voor psychiaters met filosofische interesse. Veel publicaties op dit gebied voldoen helaas niet aan deze aanbevelingen: ze zijn te abstract en daardoor gewoon saai. De publicatie van Tim Thornton voldoet daarentegen vrij goed aan genoemde richtlijn. Bovendien heeft hij de titel van zijn boek meer dan waargemaakt. Het gaat inderdaad over de kernproblemen van de psychiatrie: waarden, betekenissen (meaning) en feiten. Deze begrippen zijn ook de titels van de drie delen van het boek. Waarden bespreekt hij aan de hand van verschillende visies op het begrip 'mental illness' en psychiatrisch-ethische redeneringen. De problematiek van het begrijpen (van betekenissen) wordt verhelderd met betrekking tot de psychiatrische stoornissen en de gezondheidszorg. Het deel 'feiten' gaat over de validiteit van psychiatrische classificaties (een prachtige beschouwing met verrassende inzichten) en de relatie van evidence-based medicine tot impliciete kennis ('tacit knowledge') en klinisch oordelen. Het boek eindigt met een beschouwing over de toekomst van de filosofie van de psychiatrie en een handige gids voor verdere studie. Kort samengevat draait het in deze studie om twee centrale stellingen: de niet-reduceerbaarheid van waarden en betekenissen (tot feiten) en de (her)waardering van het klinisch oordeel. Thornton toont vanuit de analytische filosofie (onder anderen Wittgenstein) overtuigend aan dat waarden niet moeten worden opgevat als subjectieve belevingen van mensen die vervolgens op de wereld geprojecteerd worden. Er is geen sprake van dat slechts de natuurwetenschappen de 'echte' wereld ontsluiten. Volgens Thornton zijn waarden een onmisbaar aspect van de wereld. Daarom pleit hij voor een 'relaxed naturalism', dat wil zeggen een beschrijving van de natuur waarin niet alleen natuurwetten relevant zijn, maar waarin ook ruimte is voor betekenissen en waarden. Deze filosofische stellingname heeft direct consequenties voor het debat over het begrip 'psychiatrische stoornis'. Zo laat hij zien dat zowel de vertegenwoordigers van de antipsychiatrie als hun tegenstanders (de biologische psychiaters) ten onrechte uitgaan van een waardevrije medische wetenschap waarbij ook het begrip 'ziekte' waardevrij moet worden beschreven. Thornton beargumenteert vervolgens dat de biologische benadering van de psychiatrie niet waardevrij is en dat het begrip 'psychiatrische stoornis' niet neutraal kan worden beschreven als een biologische functiestoornis (al of niet gefundeerd in de evolutietheorie). Een andere belangrijke stelling is dat betekenissen van mentale inhouden niet herleid kunnen worden tot meer basale processen zoals cognities of neuronale processen. Betekenissen kunnen dus niet gereduceerd worden tot niet-normatieve fenomenen. Met andere woorden: het basale aangrijpingspunt voor het begrijpen van betekenissen is de levende mens als gehele persoon en de wijze waarop deze betekenis geeft aan zijn leven en de wereld. Ten slotte benadrukt Thornton dat het psychiatrisch klinisch oordeel niet kan worden vervangen door een algoritme. Klinische situaties zijn altijd een complexe interactie van feiten en waarden en als zodanig moeilijk voorspelbaar. Zijn goed beargumenteerd pleidooi voor de waarde van het klinisch oordeel betekent een sterke relativering van de hoog gespannen verwachtingen van evidence-based medicine. Consequenties van zijn waardevolle betogen voor de psychiatrie worden door Thornton niet uitgewerkt. Gelukkig is hij daarin bescheiden. Hij ontpopt zich niet als een filosoof die het beter weet dan de psychiater. De lezer vindt voldoende aanknopingspunten om alternatieven te ontwikkelen voor de huidige psychiatrie waarin sciëntisme en zorgrationalisering centraal staan.
C.F.A. Milders