Psychologie en Geneeskunde. Behavioural Medicine (3de druk)
Sinds het verschijnen in 1986 van de eerste druk van Behavioural medicine: psychologische behandeling van lichamelijke aandoeningen - de voorloper van deze uitgave - heeft de behavioural medicine een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. In de voorbije jaren werd er overweldigend bewijs geleverd dat psychologische factoren in het algemeen, en gedrag in het bijzonder, een belangrijke rol spelen bij het ontstaan, de behandeling en het beloop van lichamelijke klachten en ziekten. Om die reden werken medici en psychologische hulpverleners steeds nauwer samen, zowel in de patiëntenzorg (ziekenhuis, huisartsenpraktijk) als in het wetenschappelijk onderzoek. Dit boek, waaraan de crème van de Nederlandse behavioural-medicine-experts heeft meegewerkt, weerspiegelt deze evolutie. Het geeft een evidence-based update van de theoretische en klinische kennis die er op dit vlak wereldwijd is verzameld. Naast enkele meer algemene hoofdstukken (bijvoorbeeld over de rol van psychologen in de somatische gezondheidszorg) komen de frequentste klachten en aandoeningen aan bod: hart- en vaatziekten, kanker, respiratoire aandoeningen, diabetes mellitus, reumatische aandoeningen, infectieziekten, gastro-intestinale aandoeningen, huidziekten, pijn, chronische vermoeidheid en obesitas. Hierbij wordt telkens een geactualiseerd overzicht gegeven van de symptomen, epidemiologie, psychologische en sociale aspecten, diagnostiek en behandeling vanuit het perspectief van de behavioural medicine. De eerste uitgave van dit boek betekende een ware mijlpaal in het toen nog prille domein van de behavioural medicine. Twintig jaar later stelt de herziene uitgave de hoge verwachtingen geenszins teleur. Het is een keurig uitgegeven boek geworden dat niet alleen inhoudelijk zeer rijk is, maar ook mooi oogt, met een heldere structuur en een overzichtelijke bladspiegel. De redactie heeft zich bovendien merkbaar ingespannen om de didactische kwaliteit van het boek te verhogen. Zo treft men op het einde van de meeste hoofdstukken een rubriekje 'zelfstudie' aan waarbij, naar Amerikaans voorbeeld, de lezer zichzelf kan ondervragen over het gelezene. Ook zijn er verwijzingen naar interessante websites. Verder maken de vele gevalsbeschrijvingen het boek aangenaam leesbaar en vlot toegankelijk voor een brede groep van hulpverleners. Het is dan ook geschikt voor zowel artsen (huisartsen en specialisten) als paramedici (psychologen, fysiotherapeuten en socialeassistenten) die op dit terrein werkzaam zijn. Er zijn ook kleine minpunten. In het begin van het boek wordt vluchtig gesproken over de 'acceptatieproblematiek' van chronisch zieken, maar over dit cruciale gegeven vinden we verderop in het boek niets meer terug. Is de acceptance-based therapeutische stroming, als tegenhanger van eenzijdige op probleemoplossing gerichte benaderingen (met mindfulness als exponent), nog niet doorgedrongen in behavioural-medicinekringen? Verder werden niet alle hoofdstukken geschreven door doorgewinterde clinici, maar zijn ze ook van de hand van onderzoekers die de materie door een overwegend theoretisch-onderzoekswetenschappelijke bril bekijken. Misschien had een clinicus als coauteur in die gevallen de link met de concrete praktijk - en vooral met de problemen die men daarbij aantreft - meer in de verf kunnen zetten. Ten slotte vallen er enkele schoonheidsfoutjes te bespeuren, maar die kunnen er worden uitgehaald bij een herdruk die er, gezien de kwaliteit van het boek, ongetwijfeld zal komen.
B. van Houdenhove