The American Psychiatric Publishing textbook of personality disorders, DSM-5 edition (2de druk)
Deze tweede versie van het Textbook of personality disorders, in 2014 verschenen bij de apa-uitgeverij, geeft een voorspelbaar en gedegen overzicht van de stand van zaken bij persoonlijkheidsstoornissen. Hierbij passeren allerlei belangrijke onderwerpen de revue: een historisch perspectief, belangrijke theoretische verklaringsmodellen, prevalentiecijfers, comorbiditeit, genetische achtergronden, neurobiologische bevindingen, variaties in beloop, adolescenten en ouderen, psychotherapeutische behandelingen (zowel psychodynamische als cognitief-
gedragstherapeutische), farmacotherapie (waarbij goeddeels onze Nederlandse Multidisciplinaire richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen uit 2008 wordt gevolgd!) en enkele zaken die volgens de redactie speciale aandacht verdienen (zoals suïcidaliteit, antisociaal gedrag en middelenmisbruik). Evenals in de Nederlandse Multidisciplinaire richtlijn ontbreekt er echter een geïntegreerd hoofdstuk over de langdurige zorg voor patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen en persoonlijkheidsstoornissen.
Degenen die zich intensief met persoonlijkheidsstoornissen bezighouden, vinden in dit boek desondanks een fraai palet aan hoofdstukken die gezamenlijk een recent overzicht geven over de belangrijkste empirische bevindingen en klinische toepassingen. Hierbij ligt een duidelijk accent op die studies die direct of zijdelings een onderbouwing vormden van het nieuwe alternatieve hybride model voor persoonlijkheidsstoornissen, zoals dat inmiddels is opgenomen in deel III van de dsm-5.
In die kracht ligt meteen ook de beperking van het boek. Veel van de hoofdstukken zijn te detaillistisch vormgegeven om te kunnen dienen als basisboek in de opleiding tot psychiater of klinisch psycholoog, ze zijn daarvoor te lang en wat te dradig. Het totale aantal pagina’s van het boek had bovendien behoorlijk kunnen worden beperkt indien er niet zoveel overlappingen en herhalingen in waren opgenomen, het alternatieve deel III-model wordt wel vijf keer uitgelegd en wederom toegelicht. De verschillende hoofdstukken hadden in dat opzicht wat beter op elkaar afgestemd kunnen worden.
Inhoudelijk lijkt het boek zodoende één lang eerbetoon aan de makers van het ‘alternatieve model voor persoonlijkheidsstoornissen’, veel van hen tevens auteur van een van de hoofdstukken. Opmerkelijk is dat een meer kritische beschouwing van dat nieuwe model vrijwel volledig ontbreekt, dit terwijl een deel van de dsm-5 Personality and Personality Disorder Work Group destijds voortijdig en met de nodige kritiek het strijdtoneel verliet. In dat opzicht preekt dit boek naar mijn idee ietsje te veel voor eigen parochie. Desondanks is het boek zeer de moeite waard!
T. Ingenhoven