Basisboek psychopathologie
Laat ik er geen doekjes om winden. Dit boek heeft pijnlijk op mijn psychopathologische ziel getrapt. Gedreven door de curiositas, de lust om te weten, keek ik uit naar de lectuur van deze tekst: een basisboek psychopathologie anno 2013 en dit te midden van een multitude van Engels- en Nederlandstalige handboeken, leerboeken, tekstboeken, inleidingen en verhandelingen.
Hoe het psychopathologische bepalen, beschrijven, vaststellen en onderzoeken? Hoe het aflijnen van de normaliteit? Quid classificatie en diagnostiek? Hoe subjectief of psychisch lijden thematiseren? Op welke modellen en theorieën zich beroepen? Hoe aansluiten bij de snelle ontwikkelingen in velerlei basiswetenschappen zoals de cognitieve en affectieve neurowetenschappen? Quid psychopathologie en cultuur, psychopathologie en sekse, psychopathologie in haar maatschappelijk-politieke en existentieel-ethische dimensies?
Groot was mijn ontgoocheling toen ik na een voorwoordje van een 30-tal regels – les pieds dans le plat – in een dsm-catalogus terechtkwam met 14 delen en 48 hoofdstukken volgens de bekende dsm-volgorde. Honni soit qui mal y pense, en dit in tijden waarin de dsm volgens sommigen Bijbelse allures heeft gekregen!
Dit is geen basisboek psychopathologie, wel een speciële psychopathologie met beschrijving van de psychische stoornissen volgens dsm. Wie dit boek openslaat met in het achterhoofd geschriften uit onze rijke Europese traditie, zoals Karl Jaspers Allgemeine Psychopathologie of Daniel Widlöchers Traîté de Psychopathologie, komt bedrogen uit.
Het moet wel gezegd: de geboden beschrijvingen van de psychiatrische stoornissen volgens de dsm zijn van goede tot zelfs excellente kwaliteit. Elk hoofdstuk volgt eenzelfde stramien: 1. kenmerken en diagnostische criteria, meestal geïllustreerd met een klinische casus; 2. epidemiologie; 3. differentiaaldiagnostiek, comorbiditeit en beloop; 4. etiologie (biologische, psychologische en omgevingsfactoren); 5. diagnostiek (veelal gelimiteerd tot het aangeven van een aantal meetinstrumenten); 6. behandeling.
Zeer boeiend zijn ook de één tot meerdere boxen per hoofdstuk waarin mijlpaalonderzoek inzake de etiopathogenese en/of de behandeling van de betreffende stoornis wordt samengevat.
Stoornissen van zuigelingentijd tot adolescentie (deel 1) worden besproken in twaalf hoofdstukken, elk van goede kwaliteit. De bespreking van achterliggende factoren, klinisch beeld, diagnostiek en behandeling is helder en up-to-date. Wel verbaast het mij hoe reeds in de tweede zin van het eerste hoofdstuk het dsm-systeem zonder enige toelichting wordt geïntroduceerd. Door niet uit te leggen wat dsm inhoudt en dat, bijvoorbeeld, naast de categoriale een dimensionele benadering bestaat, ontstaan voor een student onbegrijpelijke redeneringen. Zo wordt in hoofdstuk 1 aan zowel onderzoek met dimensionele maten (zoals ‘gedragsproblemen’) als met categoriale maten (psychiatrische stoornissen) gerefereerd, met daarbij deze verlegenheids-‘verklaring’: ‘De scheidslijn tussen gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen is niet scherp en de relatie tussen beide is ingewikkeld.’ Ook zal het studenten verbazen dat alle auteurs de dsm gebruiken voor een eerste indeling, om daarna allerlei kanttekeningen te maken, of, zoals in de hoofdstukken over voedings- en eetstoornissen, respectievelijk de reactieve gehechtheidsstoornis, het systeem geheel terzijde te leggen.
In de delen 2-13 (hoofdstukken 13-45) komen de as I-stoornissen op volwassen leeftijd aan de orde, in deel 14 (hoofdstukken 46-48) de persoonlijkheidsstoornissen. Er is geen aparte sectie ouderenpsychiatrie. Het is merkwaardig dat bepaalde categorieën weinig tot geen aandacht krijgen: bijvoorbeeld de cannabisgebonden stoornissen, de dysthymie en de waanstoornis; en een hoofdstuk over de meest prevalente stoornissen in de eerste lijn, namelijk de aanpassingsstoornissen, ontbreekt. Zoals in deel 1 zijn de beschrijvingen van het klinisch beeld, de differentiaaldiagnose, de epidemiologie, de etiopathogenese en behandeling adequaat en actueel. Soms illustreert het mijlpaalonderzoek mooi, bijvoorbeeld de interactie tussen biologische en psychologische dan wel sociale fac toren in de pathogenese of de superioriteit van deze farmacologische of psychotherapeutische behandeling of hun combinatie. Daarbij wordt veelal, maar niet steeds, aan de bestaande (Nederlandstalige) richtlijnen gerefereerd.
Tot daar de niet onaanzienlijke merites van dit boek. Dit laat niet onverlet dat met name voor het eerste doelpubliek (bachelor- en masterstudenten psychologie, psychologen in opleiding tot gz-psycholoog, klinisch psycholoog of neuropsycholoog) het ontbreken van, en de niet-inbedding in een algemeen psychopathologisch kader grote risico’s vormt. Psychopathologie wordt onvoldoende geproblematiseerd, eerder gereïficeerd en ge-anemiseerd. Dat kan toch de bedoeling niet zijn.
M.m.v. Frits Boer (deel 1: stoornissen van zuigelingentijd tot adolescentie).
Strijdig belang: Bernard Sabbe is mederedacteur van het Leerboek psychiatrie (Utrecht: De Tijdstroom; 2009).
B. Sabbe