Reactie op ‘Het veronachtzaamde ‘zelf’ bij schizofrenie’
Het essay ‘Het veronachtzaamde ‘zelf’ bij schizofrenie’ van De Haan en Berendsen in het Tijdschrift voor Psychiatrie van augustus 2022 heeft mij aangenaam verrast. Het komt niet vaak voor dat het in dit tijdschrift gaat over het zelf of over het ‘ik’ en het ‘subject’. Dat het thema van het zelf niet zo vaak in de psychiatrische teksten aan de orde komt, is niet zo verwonderlijk omdat het ‘zelf’ een moeilijk grijpbare entiteit is. Het ‘zelf’ is geen ding dat je kunt waarnemen en wat het dan wel is, kan moeilijk onder woorden gebracht worden zoals blijkt uit de zeer summiere aanduidingen in de psychiatrische literatuur.
De in dit essay terecht genoemde recente belangstelling voor het zelf kan nauwelijks verhullen dat men zowel in de psychiatrie als de filosofie daar niet zo goed raad mee weet. Meestal gaan auteurs ervan uit dat de essentie van het zelf bekend is, zeker als het de psychiatrie betreft waar men in teksten geen definitie van het zelf zal aantreffen.
Ik heb dan ook zeer veel waardering voor dit essay, waarin de auteurs de belangstelling voor het probleem van het zelf en met name bij de schizofrenie aan de orde stellen en het ook in een interactionele context plaatsen.
Als aanvulling zou ik een structuralistische benadering van het zelf naar voren willen brengen. Zoals gezegd, is het zelf geen ding dat ergens in de hersenen aan te wijzen valt, het is veeleer een ervaring die totstandkomt in een zekere context met anderen. Het ervaren of het tegenwoordig stellen van het zelf kan alleen maar gebeuren door er afstand van te nemen, zoals we alleen maar onszelf kunnen zien wanneer we daarbij afstand tot onszelf nemen door bijvoorbeeld in de spiegel te kijken. In symbolische zin neemt het subject ook afstand tot zichzelf door taal te gebruiken, taal als intermediair en indicator van iets wat tegenwoordig gesteld wordt. Door woorden en hun afgeleiden te gebruiken kan het subject zichzelf ervaren. Het zelf en het zelfbewustzijn zijn ervaringen die door de waarneming en symbolisatie totstandkomen.
Het zelf is dus een ervaring die middels de taal totstandkomt. Er wordt dan ook wel gezegd dat het zelf een effect van het spreken is. Aan Claude Lévi-Strauss hebben wij te danken dat we langs deze structuralistische weg naar de mens kunnen kijken. Mensen leven via en door hun context met anderen, waardoor zij hun interne structuur creëren of tot stand laten komen bij de interactie met een structuur die uitwendig aan hen is. Dat geldt niet alleen voor de mensen zonder psychische klachten, maar ook voor degenen met een psychose.
ANTWOORD AAN De Kroon
Wij danken collega De Kroon voor zijn reactie op ons essay en voor zijn waardering. We zijn het met hem eens dat we bepaalde aspecten van het ‘zelf’ kunnen zien als een ervaring en dat ze ontstaan en betekenis hebben in interactie met anderen. Echter, wij vragen ons af of het ‘basale of minimale zelf’ ook het beste te beschouwen is als een ervaring.
Het basale of minimale zelf is moeilijk in taal uit te drukken. Het is eerder een vanzelfsprekendheid dan een ervaring. Hoe verschilt het basale zelf van een ervaring? Men kan het basale zelf beschouwen als een universele basisstructuur, een prereflectieve en impliciete vanzelfsprekendheid waarin de ervaring ontstaat, waarin de ervaring zelfs vervlochten is met het basale zelf.
Elke ervaring wordt direct en zonder twijfel als van onszelf beschouwd. In die zin gaat er iets mis op het moment dat het basale zelf aandacht krijgt en opgemerkt wordt. Normaliter, bij een intacte multimodale integratie, ontstaat het vanzelfsprekende, prereflectieve basale zelf. Het gaat vanzelf. Het is volkomen verbonden met onze waarneming en actie. Bij verminderde multimodale integratie ontstaan voorspellingsfouten over eigen gedrag en waarneming, waardoor er aandacht komt voor de ervaring van het ‘vreemde niet-zelf’. Hierdoor wordt hyperreflexiviteit uitgelokt waardoor normaal vanzelfsprekende mentale functies en ervaringen objecten worden die aandacht vragen.
Auteurs
Lieuwe de Haan, psychiater en hoogleraar Psychotische stoornissen, afd. Psychiatrie, Vroege Psychose, Amsterdam UMC, locatie AMC, Arkin Amsterdam.
Steven Berendsen, psychiater, Team Psychose Dimence, Deventer, en postdoctoraal onderzoeker, Dimence en afd. Psychiatrie, Vroege Psychose, Amsterdam UMC.
Correspondentie
Steven Berendsen (s.berendsen@amsterdamumc.nl)