Verstandelijke beperking en psychiatrie. Een neurowetenschappelijk perspectief
Er is toenemende aandacht voor het feit dat mensen met een verstandelijke beperking - in vergelijking met de algemene bevolking - een sterk verhoogd risico hebben op het ontstaan van psychische en/of gedragsproblemen. Tegelijkertijd ontbreekt het nog vaak aan kennis en worden psychische stoornissen regelmatig gemist of verkeerd geïnterpreteerd bij deze doelgroep.
Met haar rijk geïllustreerde en indrukwekkende bijna 900 bladzijden tellende boek Verstandelijke beperking en psychiatrie. Een neurowetenschappelijk perspectief zet psychiater Linda Baudewijns een belangrijke stap in de ‘neuroverwetenschappelijking’ van onze kennis over psychische stoornissen en probleemgedrag bij mensen met een verstandelijke beperking.
Het boek start met dank aan de leermeesters van het ontwikkelingsdynamisch psychiatrisch denken en prof. dr. Anton Došen voor zijn werk op het gebied van psychische stoornissen en gedragsproblemen bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. In de algemene inleiding worden belangrijke neurowetenschappelijke functies, begrippen en concepten uitgelegd. Daarna bestaat dit boek uit twee delen.
In het eerste deel gaat de auteur in op klinisch relevante basale affecten bij verstandelijke beperking en hun neurobiologische correlaten. Zo staat zij uitgebreid stil bij arousal, lust, onlust, bevrediging en pijn, maar ook bij angst en agressie.
Het tweede deel richt zich op psychische stoornissen bij verstandelijke beperking en hun neuropsychiatrisch perspectief. Belangrijke aandoeningen zoals autisme, schizofrenie, bipolaire stoornissen en stemmings- en angststoornissen, waaronder ptss, komen aan bod. Naast veel algemene informatie, is er ruim aandacht voor specifieke aspecten bij mensen met een verstandelijke beperking. Ook beschrijft Baudewijns een aantal genetische syndromen en hun gedragsfenotypes. Er is een hoofdstuk over hersenschade en de klinische relevantie bij mensen met een verstandelijke beperking. Daarnaast gaat zij in dit deel van het boek uitgebreid in op de neuropsychiatrische aspecten van epileptische stoornissen.
Door de lijvigheid en de hoge informatiedichtheid is dit niet een boek wat je zomaar even doorleest. Daar staat een schat aan informatie tegenover. Het is geen praktisch handboek, maar als naslagwerk een inspiratie voor professionals in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en psychische en/of gedragsproblemen. Zeker voor degenen met een voorliefde voor het neurowetenschappelijke perspectief.
Samengevat: zeker geen makkelijk leesbaar boek, maar dit belangrijke werk van Baudewijns verdient toch vooral veel lof.
J. Wieland, psychiater, Leiden