De kracht van depressie
Peter Oostelbos weet waarover hij het heeft. Hij heeft meer dan 50 jaar ervaring met recidiverende depressies die hem tot stilstand, apathisch disfunctioneren en op de rand van suïcide hebben gebracht. Met het boek De kracht van depressie geeft hij als ervaringsdeskundige weer hoe hij zijn wijze van omgaan met de recidieven van depressie heeft weten te beïnvloeden, zodat hij van ‘strijden tegen’ naar ‘acceptatie van’ en ‘persoonlijk groeien’ heeft kunnen komen.
Uit de beschrijving van zijn eigen ervaring met depressie in de hoofdstukken 1, 3 en 5 komen vanuit de praktijk herkenbare aanwijzingen voor kwetsbaarheid voor recidivering naar voren: zowel erfelijke, opvoedingsgerelateerde, psychosociale stress, als depressiebevorderend terugtrekgedrag en coping lijken te maken te hebben met het optreden van recidieven. Als psychiater hoor je de beschrijving van Oostelbos vaker, maar het knappe is dat hij het zo opschrijft dat het lijkt alsof hij het je in je spreekkamer vertelt. Daarmee is het aangrijpend en persoonlijk, en ook heel goed leesbaar voor mensen die willen weten wat een depressie eigenlijk is. Dat aangrijpende en persoonlijke aspect is ook precies wat het boek nodig heeft om aandacht te vragen voor het andere deel van het boek, de hoofdstukken 2, 4 en 6.
In deze hoofdstukken legt Oostelbos namelijk uit hoe hij zijn depressie heeft weten te accepteren, er grip op krijgt en er nog van leert ook. Hij beschrijft dit in de processen ‘patroononderzoek’ en ‘persoonlijk leiderschap’. Hierin onderzoekt hijzelf - door zeven stappen te doorlopen - welke betekenis de depressie voor hem heeft en hoe die kwetsbaarheid voor depressie een andere, minder dwingende en beperkende rol kan krijgen. Deze methode is zo opgeschreven dat ook anderen deze kunnen toepassen. Even openhartig als in de hoofdstukken waarin hij zijn depressie beschrijft, geeft Oostelbos weer hoe hij dit doet. Hoe? Dat moet men zelf lezen…
De stijl van het boek is origineel. Het is geschreven in de ik-vorm, wat bijdraagt aan de persoonlijke, ontwapenende sfeer die je ervaart als je het boek leest. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een kort commentaar van een familielid, psychiater-expert of Oostelbos’ spiritueel voorbeeld. Deze externe commentatoren geven het voorgaande hoofdstuk telkens weer een extra dimensie waardoor het boek nog boeiender wordt. Met de 184 pagina’s is er een minimum aan overlap en leest het als een trein. Je wilt het uitlezen!
De auteur is inmiddels coach en trainer, geeft lezingen over zijn boek en leidt lotgenotengroepen van de Depressie Vereniging. Ook is hij verbonden aan wetenschappelijke onderzoekprogramma’s. Hoewel zijn boek bij sceptici kan oproepen dat niet iedereen in staat is met de beschreven manier van ‘zelfonderzoek’ zijn/haar depressie te omarmen, laat staan er de grip over terug te krijgen, is hij hierover bescheiden. Bij hem heeft het zo gewerkt, en hij is bereid dat uit te leggen. Mensen die dit ook voor elkaar willen krijgen, wil hij daarbij coachen. Dat is een prachtige brug tussen ervaringsdeskundigheid en het stimuleren van zelfmanagement. Dit boek is een aanrader, enerzijds voor mensen die willen begrijpen en ervaren hoe inktzwart een depressie is en anderzijds voor hen die willen weten hoe je er desondanks op een opbouwende manier mee om kan gaan.
H.G. ruhe, psychiater, Nijmegen