Scepticisme als vorm van geloof. Beschouwingen van een godsdienstpsycholoog
In deze uitgave van het ksgv, het Kenniscentrum voor levensbeschouwing en geestelijke gezondheidszorg, wordt een aantal artikelen van professor Vandermeersch gebundeld. Hij begon zijn academische loopbaan in Leuven en zette die voort in Groningen. Het sterkst is hij beïnvloed door het werk van Freud en Foucault.
Wat Vandermeersch karakteriseert, is dat hij zich bevindt op het snijpunt van verschillende disciplines, in het bijzonder filosofie, theologie, ethiek, psychoanalyse en godsdienstpsychologie. Hij is geen klassieke academicus die zich in één van deze disciplines zou laten vatten, maar gaat precies op zoek naar de impliciete normativiteit die zich in deze vakgebieden bevindt. Daarbij volgt hij het concept van ‘parallelle vertogen’ dat hij ontwikkeld heeft: de verschillende vakgebieden worden naast elkaar georganiseerd als zouden ze een specifiek deel van de realiteit bestuderen, maar het zijn eigenlijk parallel lopende vertogen die dezelfde realiteit vanuit een verschillende invalshoek en methodiek bestuderen.
Deze benadering brengt hem tot steeds originele inzichten en creatieve verbanden in de historische ontwikkelingen van verschillende vakgebieden. Zijn ideeën zijn wat tegendraads, tegen de gangbare interpretaties in, maar steeds verrassend en uitdagend.
In de eerste bijdrage over religie en het ontstaan van de psychiatrie in het begin van de 19de eeuw toont hij aan hoe de ‘morele behandeling’ in de toenmalige psychiatrie de disciplinerende greep van religie op het innerlijke van de mens voortzet.
De volgende bijdragen handelen over het verband tussen therapeutische en religieuze rituelen, over de psychologische lagen van het geloven, over de verschillende vormen om aan theologie en godsdienstwetenschap te doen, over scepticisme als vorm van geloof, en ten slotte over hoe hij zelf terugblikt op zijn carrière.
Het artikel over scepticisme, waarin hij teksten van Montaigne bespreekt, is het persoonlijkste. De scepticus vermijdt fanatisme en onverschilligheid en laat zijn geloof niet functionaliseren of manipuleren. De scepticus maakt van zijn partiële inzicht en ultieme onwetendheid, van zijn onzekerheid en twijfel een levenskunst, wat betekent dat hij ervan geniet zonder dat dit het ultieme genot is, en beseft dat er steeds iets verrassends blijft.
A. Liégeois, Hoogleraar Zorgethiek en praktische theologie, Leuven