My age of anxiety
My age of anxiety is een uitgebalanceerde en onderbouwde uiteenzetting over het brede concept angst(stoornissen), de geschiedenis ervan en de huidige stand van zaken en dit alles vanuit het perspectief van de patiënt. Ik heb weinig tot geen negatieve opmerkingen en kan niet anders dan dit werk sterk aanbevelen aan iedereen die geïnteresseerd is in angst(stoornissen). Mijn enige opmerking zou zijn dat het enig doorzettingsvermogen vraagt om door het hele boek te geraken (340 pagina’s tekst), aangezien er zoveel in dit boek zit dat je soms moeilijk vooruitkomt.
De auteur, Scott Stossel, is van kleins af aan geteisterd door fobieën en angsten. De daaruit volgende en zeer persoonlijke anekdotes geven een inkijk in de psyche van de patiënt en deze gebruikt hij vervolgens als invalshoek om verdere verdieping aan te reiken. Een elegante en authentieke manier om ingewikkelde en soms paradoxale stellingen te introduceren en uit te werken.
Het boek is onderverdeeld in vijf onderdelen waarbij ‘The riddle of anxiety’ een brede introductie en bespreking geeft van wat er met het concept angst door de jaren precies bedoeld werd inclusief het ontstaan van ‘angststoornissen’. Het tweede onderdeel, ‘A history of my nervous stomach’, bespreekt meer de fysieke symptomen en de cognitieve belevingen van angststoornissen en de manieren waarop daarmee omgegaan kan worden (wat uitmondt in een mooie opsomming van alle medicatie en sterke drank die we kunnen vinden in ‘het betere medicijnkastje’). Daarmee zet Stossel ook de toon voor het derde hoofdstuk over ‘Drugs’. Naast een begrijpelijk neurobiologisch verhaal (denk aan de serotoninehypothese) en de vondst van psychofarmaca illustreert hij ook de invloed van de farmaceutische industrie in deze beginfase.
Het onderdeel ‘Nurture versus nature’ past in elk boek over psychiatrische stoornissen, maar wat hier opvalt, is de ambivalente houding door de jaren van de auteur zelf over de (hoofd)oorzaak van angststoornissen. Genetica, opvoeding, ouders met problemen, maatschappelijke veranderingen en psychoanalyse komen allemaal aan bod. Het opdragen van dit boek aan zijn twee kinderen met de bezorgdheid dat zij hetzelfde zullen meemaken als hijzelf (‘For Maren en Nathaniel. May you be spared’), past mooi in dit gegeven.
Hoewel sterk dat het laatste hoofdstuk ‘Redemption and resilience’ over de positieve kanten aan angst en zelfs een angststoornis gaat, is het spijtig dat dit pas zo laat in het boek naar voren komt en het lijkt wat op een bekende schrijverstechniek ‘positief einde’ in plaats van een gemeend gevoel van verlossing en veerkracht.
Aan de bibliofiel hoef ik niet uit te leggen dat 22 pagina’s noten, 20 pagina’s referenties en een uitgebreide index, de kenmerken zijn van een ‘goed’ boek, geschreven door een ervaren schrijver en uitgebracht door een goede uitgever. Het levert ook wederom een degelijk bewijs dat hier geen zaken beweerd werden zonder bronvermelding of evidentie. Alhoewel de mening van de auteur soms toch wel door de tekst heen schijnt, laat hij niet na ook deze mening in een correct kader te plaatsen. Zoals aangekondigd, weinig meer dan lof te melden over dit werk.
T. Pattyn