Pathologist of the mind. Adolf Meyer and the origins of American psychiatry
Hoewel de naam van Adolf Meyer (1866-1955) niet even veel resoneert als de namen van bijv. Emil Kraepelin of Sigmund Freud, toch was hij de prominentste en invloedrijkste Amerikaanse psychiater van de eerste helft van de twintigste eeuw.
Geboren in Zwitserland en opgeleid aan de universiteit van Zürich (opleiding tot neuroloog/psychiater onder supervisie van August Forel) emigreerde hij in 1893 naar Amerika. Hij was werkzaam in meerdere grote psychiatrische instituten en werd in 1902 directeur van het Pathologisch Instituut van de staat New York. In 1908 werd hij door de Johns Hopkins universiteit te Baltimore aangeworven voor de uitbouw van een universitaire psychiatrische kliniek. In 1913 werd de Phipps kliniek officieel geopend: lange tijd het psychiatrisch referentiecentrum in Amerika en bakermat van vele eminente psychiaters. Dankzij Meyer en de Phipps kliniek kreeg psychiatrie als klinische wetenschap een plaats naast andere medische disciplines.
In tegenstelling tot zijn meer illustere collega’s heeft Meyer nagenoeg geen wetenschappelijk oeuvre achtergelaten. Zijn erfenis bestaat vooral uit brede concepten en praktijken die we dagelijks en als evident hanteren, maar die eigenlijk hun oorsprong vinden in het medisch gezond verstand en pragmatisme van Meyer. Zo is Meyer (eerder dan George Engel) de vader van ons biopsychosociaal model en staat hij aan de basis van o.a. het gestandaardiseerde interview, het medisch psychiatrisch dossier, multidisciplinair overleg en sociale psychiatrie.
In dit boek beschrijft Susan Lamb (medisch geschiedkundige, gepromoveerd aan de Johns Hopkins universiteit) op deskundige wijze hoe Meyer evolueert van Zwitsers neuropatholoog tot Amerikaans psychopatholoog en hervormer van de psychiatrische discipline. Zij geeft Meyer de plaats die hij verdient aan het psychiatrische firmament. Enkele tekortkomingen moet ik echter vermelden. De geringe aanwezigheid van biografische gegevens resulteert in een wat onpersoonlijke en saaie stijl. Het betreft een vooral Amerikaanse insteek waarbij een breder historisch perspectief ontbreekt, evenals het belang van Meyer voor de Europese psychiatrie (bijv. invloed op Aubrey Lewis en de Britse psychiaters). Als geschiedkundige lukt het de auteur niet steeds om op een klinisch vatbare manier de theorie van Meyer te verwoorden. Hierbij maakt zij zich schuldig aan wat ook Meyer verweten werd: zeer pragmatisch, maar niet goed tot slecht in het neerschrijven van zijn ideeën.
J. De Fruyt