Om verschillende redenen is dit boek lovenswaardig. Om met de vorm te beginnen: dit is een prima educatief boek. Het is duidelijk opgezet en doordacht vanuit het standpunt van opleiding. De auteur, Hans van Andel, is een autoriteit op het gebied van de beleidspsychiatrie en profiteert in dit boek van de jarenlange ervaring die hij heeft opgedaan bij het geven van cursussen en opleiding over dit thema. Helder gestructureerd, stap voor stap opgebouwd en steeds dicht bij de psychiatrische praktijk. Nuttig is ook de insteek via probleemgestuurd onderwijs. Elk hoofdstuk, elk onderwerp krijgt een inleiding met een (probleem)casus van waaruit de auteur zoekt naar oplossingen die hij gebruikt om de theorie aan op te hangen. Op die manier leest het boek vlot en stimuleert de interne discussie bij de lezer. Al lezend kun je je gemakkelijk voorstellen hoe binnen een opleidingsgroep de discussies zouden verlopen. Kortom, een geslaagde vorm die je denken stimuleert en je regelmatig doet afvragen of je ook niet eens zo’n cursus zou moeten gaan volgen.

De inhoud dan. Twee elementen hier: het onderwerp an sich en de uitwerking ervan. Allereerst het thema: beleidspsychiatrie. Dit is een wat jonge telg aan de psychiatrische vakboom, maar kent de laatste jaren een groeiende interesse. Een systematisch overzicht van dit vakgebied is dus zeer welkom en dit boek beantwoordt hier prima aan.

Ten tweede: belangrijk is dat het thema beleidspsychiatrie op elk niveau van de psychiateractiviteit wordt uitgewerkt. Die uitwerking gaat van de beleidsaspecten betreffende direct patiëntgebonden activiteiten (teamorganisatie, rol van de verschillende professionals) tot de activiteiten van de raad van bestuur en de raad van toezicht. Dit maakt het boek nuttig voor elke psychiater ongeacht zijn of haar positie binnen de organisatie. Interessant binnen dit kader zijn ook de hoofdstukken gericht op human resources en de persoonlijke (professionele) ontwikkeling van de psychiater gedurende de loopbaan. Tot slot gaat de auteur ook in op belangrijke moderne tendensen zoals fusie van organisaties en hoe om te gaan met ontwikkelingen in de e-mental health.

Samenvattend: een heel interessant boek dat ik aan alle collega’s en specialisten in opleiding aanraad. Speciaal ook de Vlaamse, want, misschien het enige manco, dit boek vertolkt echt wel de typisch Nederlandse situatie en is op die manier ook nuttig om hiervan te proeven. Het boek nodigt dan ook uit om eens ernstig na te denken hoe wij hier in Vlaanderen vorm en inhoud geven aan de beleidspsychiatrie.

G. Dom