The Adolescent & Young Adult Self-Harming Treatment Manual. A Collaborative Strenghts-Based Brief Therapy Approach
In de dsm-classificatie komt zelfverwonding slechts terzijde aan bod bij de impulscontrolestoornissen en de borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Wellicht is dit een van de sprekendste voorbeelden in de huidige psychiatrie dat een veelvoorkomend verschijnsel niet ‘past’ in de syndromale diagnostiek. Het laatste decennium is er opvallend veel onderzoek gedaan naar allerlei vormen van zelfbeschadigend gedrag. Daarbij botst men op de gebrekkige afbakening van begrippen. Het Engelse ‘self-harm’ blijkt te verwijzen naar zowel zelfverwonding (self-injury) als suïcidaal gedrag. In onderzoekskringen wordt steeds meer gepleit om deze termen goed gescheiden te houden, vandaar het opkomende begrip ‘non-suicidal self-injury’. De auteur van dit boek bedoelt dit laatste, maar dat wordt pas na een tiental bladzijden duidelijk. Inmiddels heeft hij wel allerlei onderzoeken kritiekloos door elkaar besproken en komt met een eigen classificatiesysteem van soorten zelfbeschadiging gekoppeld aan specifieke therapeutische interventies. Dit alles is gebaseerd op eigen ervaring en lijkt meer op een pseudowetenschappelijke verpakking van zijn eigen behandelvisie. Selekman is een Amerikaanse systeemtherapeut met een voorkeur voor een oplossingsgerichte aanpak. Gekruid met allerlei levenswijsheden in verhaaltjes en overgoten met de bekende Amerikaanse saus van ‘geloof-in-eigen-kunnen’ mondt dit uit in een eclectisch allegaartje, zoals de ondertitel al doet vermoeden. In verschillende hoofdstukken verandert deze titel lichtjes: met telkens een variant van ‘collaborative strengths-based therapy’ gaat het dan om achtereenvolgens gezins-, relatie- en groepstherapie en individuele therapie. Met enige variaties worden therapeutische recepten gepresenteerd met soortgelijke ingrediënten (visie, probleemverkenning, opdrachten en oefeningen), bij elkaar gesprokkeld uit allerlei therapiemethoden. Onvermijdelijk vervalt de auteur in vervelende herhalingen, zoals wellicht het hele boek gerecycled is. In 2006 liet hij namelijk bij dezelfde uitgeverij al een vergelijkbare publicatie verschijnen (Working with self-harming adolescents). Vermoedelijk verkocht die zo goed dat deze nu, met uitbreiding naar jongvolwassenen, als een nieuw product voorgesteld wordt. Herhaaldelijk vroeg ik me af of de aanpak niet even goed op diverse gedragsproblemen van toepassing kon zijn. Zo kan je ‘self-harming’ moeiteloos vervangen door ‘eatingdisorders’ of ‘substance abuse’. Dat laatste is trouwens een ander vertrouwd terrein van Selekman, die bovendien in 2005 het boek Brief therapy with difficult adolescents publiceerde. Wie zit er te wachten op een vervolg?
W. Vandereycken