Multisystemic Therapy for Antisocial Behavior in Children an Adolescents (2de druk)
Na 11 jaar is er dan eindelijk de tweede editie van dit boek. Hoog tijd, zeker als je weet dat tegenwoordig meer dan 400 multisystemische therapieprogramma’s (mst) in 30 verschillende staten en 10 verschillende landen lopen. Ze bereiken in totaal zo’n 17.500 ‘antisociale’ jongeren en hun gezinnen. De huidige versie bevat geen echte nieuwigheden. Wel een update van het resultaatonderzoek, een hoofdstuk over de aanpak van het frequent middelenmisbruik bij de jonge delinquenten en hun ouders, en een hoofdstuk over de eigen ontwikkelde kwaliteitscontrole. Voor de leek een korte herhaling. MST gaat ervan uit het (dis)functioneren van de adolescent afhangt van het samenspel tussen factoren uit de verschillende leefsystemen van de jongere: het gezin, de leeftijdsgenotengroep, de school en de buurt. Bij de antisociale jongere loopt het overal mis. Dat is de reden waarom de mst-therapeut zijn of haar pijlen tegelijkertijd richt op de moeilijkheden binnen het gezin, de leeftijdsgenotengroep en de school. Hij of zij doet dit 24 uur per dag, 7 dagen per week gedurende 5 maanden voor 4 tot 6 gezinnen. Daarbij heeft hij of zij steeds aandacht voor de individuele moeilijkheden van zowel de jongere als de ouders en helpt het gezin zich beter een plaats te verwerven binnen het sociaal netwerk. mst is een integratieve therapie. Ze put uit de bron van zowel de structurele, strategische en gedragsmatige gezinstherapie als de cbt.mst is niet alleen inhoudelijk, maar ook organisatorisch sterk gestructureerd. Een mst-therapeut werkt samen in een team van 2 tot 4 msttherapeuten en krijgt wekelijkse supervisie en feedback van een on-site-supervisor en een off-siteconsultant. Elke betrokkene heeft eigen trainingen, protocollen, supervisie en controlevragenlijsten over de therapietrouw. Een goede therapietrouw op elk niveau leidt immers tot een beter resultaat. Het wordt al snel duidelijk dat je als therapeut of als instelling niet zomaar aan mst kunt doen. mst betekent organisatie, protocollaire behandeling, supervisie en kwaliteitscontrole en overleg met de betrokkenen. Er is immers geld nodig om een mst-programma op te zetten. Maar je kunt je voorstellen dat als het hele mst-apparaat goed draait, het wel tot succes moet leiden en het de maatschappij geld kan besparen. Dit wordt uitvoerig aangetoond in het hoofdstuk over het resultaatonderzoek. Toch zijn er twee barsten in het verhaal. Een Canadese en een Zweedse studie konden namelijk de meerwaarde van mst niet aantonen. Als verklaring wijzen de auteurs op een gebrekkige therapietrouw in de Canadese studie en op de uitstekende kwaliteit van de bestaande diensten in Zweden. Maar het stemt toch tot nadenken en geeft aan dat wetenschappelijk onderbouwde behandelingen niet automatisch een meerwaarde in elke klinische context betekenen. Het boek is een schoolvoorbeeld van hoe een handboek over een protocollaire therapie zou moeten zijn. Na een degelijke beschrijving van de theoretische en de therapeutische concepten volgt in verschillende hoofdstukken de concrete praktijk op de verschillende genoemde terreinen. De verschillende interventies worden rijkelijk gestoffeerd met klinisch materiaal en empirisch onderzoek wordt constant geïntegreerd. Opvallend is de constante trouw aan de basisconcepten in het hele boek. Wel mis ik wat het enthousiasmerende van een typisch psychotherapeutisch boek. Samenvattend: dit is een degelijk boek vol met interessante wetenschappelijke informatie en nuttige interventies bij jongeren met antisociaal gedrag. Voor de mst-therapeut een absolute must.
G. Lemmens