The Disordered Mind. An Introduction to Philosophy of Mind and Mental Illness
Zoals de titel al aangeeft, beschrijft George Graham in dit boek verbanden tussen psychiatrie en philosophy of mind. Het boek bevat negen hoofdstukken en een epiloog. In de eerste zes hoofdstukken bespreekt de auteur zijn ideeën over de aard van psychiatrische ziekten. In de laatste drie hoofdstukken past hij zijn theorie toe op verslaving, psychosen en multipele persoonlijkheidsstoornis. De auteur beargumenteert dat psychiatrische aandoeningen aan vier kenmerken moeten voldoen:
1. De patiënt heeft problemen met rationaliteit, hetzij niet rationeel kunnen denken, hetzij niet kunnen handelen naar aanleiding van rationele bevindingen.
2. Patiënt ondervindt schade vanwege deze problemen.
3. De problemen hebben twee oorzaken: afwijkingen op neuraal niveau en afwijkingen in het denken. Bij uitsluitend afwijkingen op neuraal niveau is er volgens de auteur sprake van een lichamelijke ziekte en niet van een psychiatrische aandoening.
4. De problemen met rationaliteit manifesteren zich op bepaalde terreinen. Als rationeel denken volstrekt onmogelijk is, is er volgens de auteur sprake van een lichamelijke aandoening.
Dit is een complexe omschrijving, en geen glasheldere definitie met een reeks van noodzakelijke en voldoende voorwaarden. De voorstellen voor een algemene definitie van psychiatrische ziekten in dsm-v zijn echter ook ingewikkeld. Het boek gaat in tegen de heersende opvatting dat uiteindelijk alle psychiatrische aandoeningen voldoende beschreven kunnen worden als hersenafwijkingen en de inhoud is derhalve vaak verrassend. De schrijver zou misschien iets meer aandacht hebben kunnen besteden aan de filosofische vraag hoe volgens hem rationaliteit uiteindelijk gerealiseerd wordt op neuraal niveau. Hij laat dit nu open en sluit zelfs dualisme niet uit. Volgens de auteur is het boek in de eerste plaats bedoeld voor filosofiestudenten die behoefte hebben aan een inleidende tekst over het ziektebegrip in de psychiatrie. Het zou ook geschikt zijn voor psychologiestudenten en behandelaars in de geestelijke gezondheidszorg. Praktische adviezen moet men niet in het boek zoeken en zelfs in de laatste drie hoofdstukken komt de auteur niet tot heel tastbare conclusies. Zo is een verslaving volgens hem mogelijk een psychiatrische aandoening, maar zeker is dit niet. Het boek is in de eerste plaats een filosofisch boek, waarin de auteur een originele opvatting uiteenzet op een manier die ook voor niet-filosofen te begrijpen is.
A.A. Hubbeling