De borderline gids
De uitgever heeft de oorspronkelijke Amerikaanse titel, ‘The essential family guide to borderline personality disorder – new tools and techniques to stop walking on eggshells’, gemeend zo te kunnen vertalen dat het boek aantrekkelijk wordt voor een bredere doelgroep. Niet geheel ten onrechte, het boek is informatief, er staan vele literatuurverwijzingen in die voor diverse doelgroepen belangwekkend zijn en het boek bevat eveneens een schat aan verwijzingen naar internetportals en websites. De auteur is van binnenuit geïnformeerd. Zij beheert al jarenlang een portal voor familieleden en betrokkenen van mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis, ‘WelcomeToOz’. In het eerste deel wordt eigentijdse informatie over de borderlinestoornis overzichtelijk en puntig weergegeven. Vele deskundigen van naam komen aan het woord. Erg interessant vond ik hoofdstuk 5 over ‘professionele hulp zoeken’, waarin op een volwassen manier tips worden gegeven aan betrokkenen hoe deskundige en geschikte hulpverleners te beoordelen. Daar kunnen patiënten met een borderlinestoornis ook hun voordeel mee doen. Een antwoord op de lijdensweg die deze patiënten en betrokkenen vaak moeten afleggen om gespecialiseerde hulpverleners te vinden. Het gedeelte over werkzame behandeling is vrij summier, maar de geïnteresseerde lezer wordt verwezen naar relevante literatuur. Het effect van medicatie wordt mijns inziens te ongenuanceerd gebracht, er is te weinig evidence voor de werkzaamheid ervan. De borderlinepersoonlijkheidsstoornis wordt als een hersenstoornis beschreven en de familie wordt daarmee doelbewust ‘ontschuldigd’. Sociale en traumatiserende factoren worden ten onrechte in het boek verdoemd, het medisch model wordt te gretig omarmd. Controversieel is naar mijn smaak het pleidooi jeugdigen wel erg jong als patiënt met een borderlinestoornis neer te zetten. Het tweede deel wordt gevormd door vijf ‘actiestappen’. Een overvloed aan praktische tips hoe als betrokkene om te gaan met de patiënt met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. De stappen zijn: zorg goed voor jezelf, probeer te ontdekken wat je het gevoel geeft dat je klem zit, kom op voor je eigen gevoelens en behoeften, stel liefdevol grenzen en bekrachtig positief gedrag. Een soort kookboek waaruit je naar eigen behoefte ingrediënten kunt kiezen. Daar vallen voor de betrokkene, ook de hulpverlener, heel wat wijze en praktische lessen uit te halen. Dit deel lijkt me aan te raden aan geïnteresseerde betrokkenen en lijkt hen te bewegen tot meer eigen verantwoordelijkheid en strategische omgang met de patiënt met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Het tweede deel zou tevens kunnen dienen als inspiratiebron voor het ontwikkelen van een communicatietraining voor betrokkenen van patiënten met deze stoornis die in behandeling zijn.
D. Corstens