De aanpak van depressie door de huisarts. Een handboek voor de praktijk
De impact van depressie wordt vaak onderschat. De invloed op de kwaliteit van leven, met beperkingen op zowel fysiek als psychosociaal gebied, zijn onmiskenbaar en omvangrijker dan bij veel andere chronische aandoeningen. Ook komt depressie vaak voor in combinatie met of als gevolg van somatische aandoeningen en is er een hoge mate van comorbiditeit met angststoornissen en middelenmisbruik. De huisarts is vaak de eerste of de enige die een patiënt met een depressieve stoornis te zien krijgt. Om die reden is een optimalisering van de kennis over en van de competenties in de aanpak van depressie een must voor elke huisarts. En dat is wat dit handboek wil bieden en waar het buitengewoon goed in is geslaagd. Het boek is geschreven door een samenwerkingsverband van Brugse huisartsen, Brugse psychiaters verbonden aan een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis en onderzoekers van de Universiteit van Leuven. Zij reiken de huisarts handvatten aan om als poortwachter in de eerste lijn zelf depressieve klachten te ontdekken en te behandelen en/of de patiënt te leiden door het landschap van de geestelijke gezondheidszorg. De auteurs schrijven specifiek vanuit de ervaringen en de vragen van de huisarts. Het doel lijkt niet enkel kennis over te dragen, maar ook het bieden van praktische hulpmiddelen. De theorie is zorgvuldig en overzichtelijk gedocumenteerd met schema's en overzichten. De richtlijnen worden aangevuld met antwoorden op veelvoorkomende vragen, met concrete aanbevelingen en bruikbare instrumenten. De auteurs staan ook nadrukkelijk stil bij de organisatorische en communicatieve knelpunten die de huisarts daarbij kan ervaren. De schrijvers hebben getracht om een integratieve kijk te bieden op de rol van de huisarts bij de aanpak van depressie en zijn daarin prima geslaagd. Een belangrijke meerwaarde van dit boek is dat men - in tegenstelling tot de opstellers van de meeste richtlijnen - aansluiting zoekt bij de brede biopsychosociale benadering die de huisarts zo goed kent. Dit geldt ook voor aspecten zoals de consultatiestijl van de huisarts, het ondersteunend werken via activering en concrete opdrach ten en de adviezen die men geeft voor het gebruik van meetinstrumenten. Tot slot: het Vlaamse karakter van dit boek is op geen enkele wijze storend. Integendeel, het is een helder en vlot leesbaar handboek dat ook voor de alledaagse praktijk van de Nederlandse huisarts van aanvullende waarde en betekenis kan zijn.
M.J.W.T. Scherders