Aggressive Offenders' Cognition. Theory, Research and Practice
Wie een zoekmachine raadpleegt zoals Pub-Med en zoekt op de term 'agressie', vindt ongeveer 25.000 verwijzingen. Dat kan men dan veel of weinig vinden, maar in ieder geval kan niet beweerd worden dat agressie een verwaarloosd terrein is. Maatschappelijk gezien staat geweld zelfs in het middelpunt van de belangstelling: de kranten staan er vol mee en gewelddadige psychiatrische patiënten halen gemakkelijk de voorpagina. Bij een overdaad aan literatuur is het niet eenvoudig een goede ingang te vinden. Alleen al de definitie van agressie roept veel vragen op. Agressie kan bijvoorbeeld een reactie zijn op andermans gedrag. Agressie kan ook instrumenteel van aard zijn, dat wil zeggen dat het gedrag vertoond wordt om iets te bereiken. Zo zijn er nog talrijke definities, zoals vijandige agressie of impulsieve agressie. Het hangt sterk van de onderzoeksinval af hoe het gedrag gedefinieerd wordt. Englander bespreekt in haar boek Understanding violence een aantal aspecten van gewelddadig gedrag. Het is een beknopte inleiding tot de epidemiologie, de sociale aspecten, en biologische en psychologische theorieën. Helaas mist het boek eigenlijk door het inleidende karakter enige diepgang. Bovendien staan er enkele storende fouten in. Zo vermeldt de auteur dat alleen mensen vijandig agressief gedrag vertonen, terwijl chimpansees zulk gedrag ook vertonen. Ook een bespreking van agressief of gewelddadig gedrag in een meer evolutionaire context ontbreekt. Dit gedrag zou in een dergelijke context beter begrepen kunnen worden en tevens zou een beter aangrijpingspunt geboden worden voor excessief agressief gedrag. Sociaalpsychologisch onderzoek dat wijst op hoe gedrag in een omgeving tot stand komt, zoals in de bekende onderzoeken van Philip Zimbardo, ontbreekt eveneens. Englanders boek heeft dan ook alleen waarde als ruwe oriëntatie. De bundel van Gannon e.a., Aggressive offenders', cognition heeft een geheel andere invalshoek. Hier gaat het vooral om afwijkende cognities bij daders van seksueel en agressief geweld. Het fraaie van dit boek is dat het zich richt op één aspect van agressie, maar tegelijkertijd is dit een enorme valkuil. Hoewel 'misplaatste' gedachten, zoals 'als een kind iets vraagt over seks, wil het ook seks', zeker een rol spelen bij geweld en seksueel misbruik, blijven de hoofdstukken te veel steken in almaar hetzelfde cognitieve model. Meer nuancering en differentiatie waren op hun plaats geweest. Nu worden de daders van geweld te veel over één kam geschoren. Ter verdediging van het cognitieve model moet wel vastgesteld worden dat empirisch onderzoek naar verschillen in daders nog zeldzaam is en dat vooralsnog deze modellen een houvast vormen voor de behandeling. En ter voorkoming van recidive is behandeling, vooral van cognities, zeker noodzakelijk.
H. Hovens