Dialectische gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis. Theorie en behandeling
Deze recentie is geschreven voor de bespreking van 2 boeken: Dialectische gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis. Theorie en behandeling en Borderline persoonlijkheidsstoornis. Handleiding voor training en therapie (4de druk)
Cognitive-Behavioral Treatment for Borderline Personality Disorder (Linehan 1993a) en Skills Training Manual for Treating Borderline Personality Disorder (Linehan 1993b) werden in het Nederlands vertaald.
Beide boeken samen geven een behoorlijk volledig overzicht van de dialectische gedragstherapie (dgt), zoals ze door Marsha Linehan werd ontwikkeld. dgt is een cognitieve gedragsbehandeling die ontwikkeld en onderzocht werd bij vrouwen met een borderline persoonlijkheidsstoornis (bps) die veelvuldig (para)suïcidaal gedrag vertoonden. De therapie bestaat uit twee onderdelen: individuele psychotherapie wordt gecombineerd met een vaardigheidstraining in groep. Momenteel wordt dgt zowel ambulant, in dagtherapie als in de kliniek toegepast. De grondgedachte is dat iemand met een bps niet over voldoende vaardigheden beschikt om met emoties, crises en interpersoonlijke relaties om te gaan. Via een training worden deze vaardigheden versterkt. In de behandeling houdt men rekening met een hiërarchie van doelen: eerst wordt aandacht geschonken aan (para)suïcidaal gedrag, daaropvolgend wordt therapie-interfererend gedrag behandeld, en in derde instantie kijkt men naar het gedrag dat interfereert met de kwaliteit van het leven.
Het eerste boek behandelt uitgebreid de ontstaansgeschiedenis van de theorie, waarbij opvalt dat de auteur een brede, degelijke achtergrondkennis heeft van bestaande kentheorieën, zowel analytisch als cognitief. Bovendien slaagt zij erin om dit op een vlotte manier te correleren aan haar ervaringen in de klinische praktijk. Dit maakt het in zijn geheel zeer herkenbaar voor wie met deze populatie werkt. Naast de theorie en een overzicht van de behandeling worden ook de doelen en de gehanteerde strategieën uitgebreid behandeld. De Nederlandse vertaling leest stukken aangenamer dan de Engelse versie. Een enkele keer is er een Nederlandse noot van de vertalers toegevoegd.
De Nederlandse handleiding is al aan zijn vierde druk toe (de eerste vertaling dateert van 1996), wat aangeeft dat er zeker vraag is naar dit soort boeken. Niet in het minst omdat therapeuten steeds meer bereidwilligheid tonen om met deze moeilijke populatie te werken. Na een korte toelichting bij de theorie, wordt de opbouw van de vaardigheidstraining weergegeven in verschillende modules: kernoplettendheidsvaardigheden, intermenselijke effectiviteitsvaardigheden, vaardigheden voor het reguleren van emoties en vaardigheden voor het verdragen van crises vormen de basis voor de vier modules. De handleiding is zo opgebouwd dat ze direct gebruikt kan worden in de praktijk. Voorbeelden, discussiepunten en specifieke tips voor de vaardigheidstrainers worden gegeven. Achterin bevinden zich huiswerkbladen en overzichten van de 'leerstof' - leerwijzers - en een voorbeeld van een dagboekkaart, die in de individuele therapie kunnen worden aangewend. De handleiding kan door zowel therapeuten als patiënten worden gebruikt.
Beide boeken zijn aan te bevelen voor elke psychiater die met deze behandelmethode wil werken. Voor multidisciplinaire teams is de handleiding aan te raden als eerste kennismaking. Gezien het praktische karakter lijken ze weinig zinvol voor diegene die zijn theoretische kennis wil verruimen.
A. Berens