Geslachtsgebonden verschillen in farmacokinetiek en farmacodynamiek
achtergrond Omdat van oudsher vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in klinische geneesmiddelenonderzoeken, is er een lacune in de kennis met betrekking tot geslachtsgerelateerde effectverschillen van geneesmiddelen. Het wordt steeds duidelijker dat de aanbevolen dosis lang niet altijd ook de therapeutische dosis voor een individu is.
doel De huidige kennis rond dit onderwerp in beeld brengen en de (verwachte) klinische relevantie inschatten.
methode In dit artikel wordt de zich ontwikkelende kennis rond de farmacokinetische en farmacodynamische geslachtsgebonden verschillen in kaart gebracht. Voor deze literatuurstudie is gebruikgemaakt van Medline. Als trefwoorden zijn gebruikt: gender, pharmacokinetics, pharmacodynamics en cytochrome p450.
resultaten Een belangrijk verschil tussen mannen en vrouwen schuilt in de activiteit van de cyp-iso-enzymen die het metabolisme bepalen. Uit de op dit moment bekende gegevens kan worden afgeleid dat het cyp3a4 en mogelijk ook het cyp2d6 bij vrouwen actiever is dan bij mannen. Voor cyp1a2 en cyp2c19 geldt het omgekeerde: bij mannen actiever dan bij vrouwen. Hormonale anticonceptiva dragen bij tot een verdere reductie van de activiteit van cyp2c19. De invloed van oestrogenen en progestagenen is nog nauwelijks onderzocht, maar fragmentarisch worden substantiële kinetische effecten gemeld. Over de veel moeilijker te bestuderen farmacodynamiek in vivo valt nauwelijks iets te zeggen als niet eerst de kinetiek helder is.
conclusie Er zijn aanwijzingen dat het voorschrijven van een identieke dosis aan vrouwen en mannen, afhankelijk van de metabole route, tot overdosering of onderdosering kan leiden.