Substance Use Problems. In de Reeks: Advances in Psychotherapy. Evidence-Based Practice
Met Substance use problems heeft Mitch Earleywine een verhelderende inleiding in verslavingsproblemen en de psychotherapeutische behandeling daarvan geschreven. Het boek is bedoeld voor studenten, maar is zeker ook geschikt voor professionals, en maakt onderdeel uit van de serie ‘Advances in Psychotherapy’ van de Society of Clinical Psychology van de American Psychological Association.
Het eerste hoofdstuk verschaft helderheid in de vaak door elkaar gebruikte begrippen, zoals gebruik, misbruik, afhankelijkheid en verslaving. Earleywine pleit hierbij voor een dimensioneel model, in plaats van categoriaal, ter verklaring van verslavingsproblemen (lopend van onthouding via de verschillende stadia van gebruik naar uiteindelijk afhankelijkheid), niet alleen omdat hier meer empirische evidence voor is, maar ook omdat dit meer handvatten biedt voor preventie en (vroegtijdige) behandeling. In dit hoofdstuk komen de acute effecten (en de namen in straattaal) van de verschillende middelen aan bod en bespreekt Earleywine de epidemiologie van gebruik. Helaas voor de Europese lezer betreffen deze data enkel de Verenigde Staten. Aandoeningen die vaak samengaan met afhankelijkheid worden vrij uitgebreid besproken, zoals gokken, ADHD, persoonlijkheids-, stemmings- en angststoornissen.
In hoofdstuk 2 wordt het ontstaan van middelengebruik en -problemen besproken volgens het biopsychosociale model. Hoewel de specifieke biologische, sociale en psychologische mechanismen niet echt uitgewerkt worden, beschrijft de auteur de verschillende stadia van gebruik wel helder en inzichtelijk.
De informatiefste hoofdstukken zijn hoofdstuk 3 en 4, waarin op concrete wijze de diagnostiek en behandeling van verslaving besproken worden. Praktisch is hoofdstuk 3 waarin Earleywine stelt ‘Assessment IS treatment’. De validiteit van zelfrapportage-instrumenten wordt besproken en ook de veelgebruikte Timeline follow-back wordt beschreven. In hoofdstuk 4 ten slotte komen de verschillende behandelmethoden aan bod, met daarbij per behandelmethode een overzicht van de resultaten van onderzoek naar de effectiviteit van de betreffende methode. Hierbij benoemt Earleywine echter ook terecht de betrekkelijkheid van evidence-based behandelingen, omdat de representativiteit van onderzoekspopulaties vaak beperkt is. Een behandeling die de auteur zeer uitgebreid en verhelderend bespreekt, is de combinatietherapie bestaande uit cognitieve gedragstherapie en motivationele gespreksvoering. Het gebruik van clinical pearls hierbij, waarin de verschillende technieken concreet worden toegelicht, maken dit hoofdstuk tot een goed leesbare en inspirerende afsluiting.
Kortom, dit is een makkelijk leesbaar en informatief boek, dat niet onuitputtelijk is, maar wel een goed overzicht geeft van de belangrijkste vragenlijsten en behandelingen voor verslaving. Aanbevelenswaardig!
C. Henquet