Understanding anger disorders
Dit boek is de paperbackeditie van het in 2007 verschenen Understanding anger disorders. Dat zegt wel iets, want meestal blijft het bij een wetenschappelijk werk bij één druk. Zelf had ik het graag al in 2007 gelezen, want boosheid is de minst onderzochte basisemotie die wij kennen. Dat zou niet erg zijn als boosheid weinig betekenis zou hebben in het interpersoonlijke verkeer, maar dat is geenszins het geval. Toch komt in ons classificatiesysteem boosheid nauwelijks aan de orde, ook al wordt het bij verschillende stoornissen wel genoemd. In geen van die gevallen is boosheid echter een symptoom dat noodzakelijk is om tot de classificatie te komen. Wij kennen natuurlijk wel de periodieke explosieve stoornis, maar daarbij is sprake van agressie en niet zozeer van boosheid.
Misschien dat boosheid, en dat is het betoog van de auteurs van dit boek, niet zozeer in de aandacht staat van de ggz. Dat is dan op zijn minst kortzichtig te noemen, ook al nemen veel boze mensen niet zelf de stap naar een behandeling. Misschien dat boosheid dusdanig samenhangt met andere stoornissen, zoals depressie, dat deze geen aparte verklaring behoeft. Dat is in ieder geval onjuist gebleken. DiGiuseppe en Tafrate geven een prachtig overzicht van de historische gedachtegang over de relatie tussen depressie en boosheid en tonen daarbij aan dat die relatie dubieus is en bij de ernstige depressie zelfs theoretisch niet houdbaar is.
Nog belangrijker, en dat is wat mij betreft de kracht van het boek, is de conceptuele analyse van het begrip ‘boosheid’ en begrippen die daar wel verband mee houden, maar er zeker niet gelijkgesteld mee kunnen worden. Dat is in de eerste plaats agressie. Agressie is lang niet altijd boosheid, en boosheid is zeker niet agressie. Wel kan boosheid onder bepaalde condities tot agressie leiden, maar vaker niet dan wel. Ook vijandigheid en geïrriteerdheid, begrippen die we in de psychiatrie vaker gebruiken, zijn niet hetzelfde als boosheid. Haat en verbolgenheid zijn negatieve affecten die meer over lange termijn spelen en ook dat is iets anders dan een moment van boosheid.
Boosheid kan normaal zijn, maar ook buitenproportioneel. Klinische vignetten laten dat duidelijk zien. Minder enthousiast was ik over het voorstel van auteurs hoe de ‘boosheidstoornis’ op te nemen in de dsm. Dat sluit nog te veel aan bij het huidige systeem. Liever zou ik een dimensionale benadering zien, zoals die ook voor angst en somberheid in de dsm-5 terecht zal komen.
J.E. Hovens