Post Traumatic Stress Disorders. Cognitive Therapy with Children and Young People. In de reeks: CBT with Children, Adolescents and Families
Engels onderzoek naar de werkzaamheid van een behandeling die stoelt op het cognitieve model van posttraumatische stressstoornis (ptss) van Ehlers en Clark ligt aan de basis van dit boek. Auteurs willen hiermee een klinisch relevante gids bieden voor hulpverleners die werken met getraumatiseerde kinderen.
Het model probeert te verklaren dat bij mensen met ptss enerzijds sprake is van herhaaldelijke onvrijwillige intrusieve herinneringen, maar dat het hun anderzijds moeilijk valt zich het trauma bewust te herinneren en dat die herinneringen worden gekenmerkt door onvoldoende samenhang. Dit wordt toegeschreven aan de onvoldoende integratie ervan in het autobiografisch geheugen, vanwege de sterke zintuiglijke indrukken van het trauma waarmee deze herinneringen verbonden zijn geraakt. In de behandeling wordt de verwerking van de traumatische herinneringen bevorderd en wordt geleerd ermee verbonden zintuigelijke prikkels beter te onderscheiden, om zo intrusies terug te dringen. Ook kinderen kunnen hiervan profiteren, mits modificaties worden aangebracht voor hun niveau van cognitieve ontwikkeling.
Het boek blinkt uit door de heldere uitleg van de behandeling en van de opvattingen waarop deze is gebaseerd. Op vrijwel elke pagina staan kaders waarin de belangrijkste punten beknopt worden herhaald, waardoor na een eerste lezing bijna met bladeren kan worden volstaan om de kennis vast te houden. In een tijd waarin boeken over cognitieve gedragstherapie (cgt) bij kinderen kleurrijk zijn opgemaakt en meer illustraties dan tekst bevatten, maakt dit boek een grijze indruk. Maar het is het grijs van compact beschreven rijke informatie. Met hun methode willen de schrijvers geen protocol aanreiken dat per sessie beschrijft wat moet gebeuren. Omdat bij kinderen met ptss op maat moet worden gewerkt, kiezen de auteurs ervoor de principes van behandelingstechnieken te beschrijven, waaruit de hulpverlener zelf een keus kan maken.
Er zijn nu diverse werkzame behandelingen voor ptss bij kinderen beschikbaar. Maar geen enkele daarvan is bij elk kind effectief, zodat het belangrijk blijft dat uit meer mogelijkheden kan worden gekozen. Dit boek beschrijft een goed onderzochte methode. Naast de eerder genoemde kwaliteiten is er nog een. In het boek wordt veel aandacht besteed aan praktische hindernissen (real-world hurdles) in de behandeling. Juist dit oog voor wat lastig is, in plaats het willen suggereren van gegarandeerd succes, maakt dit boek sympathiek.
F. Boer