Dit boek heeft een misleidende titel door het accent te leggen op medical management, wat lijkt te impliceren dat het om de somatische aspecten van eetstoornissen gaat. Ook in de eerste editie (2004) was dit het geval, terwijl een uitvoerig deel handelt over psychologische en psychiatrische aspecten, zowel bij diagnostiek als bij behandeling.

Bij deze tweede druk werden heel wat wijzigingen aangebracht, die niet steeds een verbetering inhouden. De eerste uitgave was overzichtelijker opgebouwd, terwijl deze editie heel wat rommeliger overkomt en soms lukraak thema’s door elkaar bespreekt. Daarbij zijn er duidelijk enkele die een (onevenwichtige) plaats kregen omdat ze het stokpaardje zijn van de redacteuren en/of hun medewerkers. Het boek bevat meerdere eigenaardigheden: zo wordt een hoofdstuk gewijd aan eetstoornissen en het syndroom van Münchhausen (een zeer zeldzame samenhang); bij de aanpak van de diëtist is er sprake van motivationeel interviewen en de rol van spiritualiteit; en bij de protocollen staat zonder verantwoording een reeks richtlijnen om de patiënt letterlijk op te warmen.

Verder zien we opvallende lacunes: de psychiatrische differentiële diagnostiek wordt vergeten; een summier hoofdstuk handelt over obesitas (inclusief een algoritme voor behandeling), maar zonder verbinding naar eetstoornissen; het belangrijke, maar moeilijke thema van contraceptie en fertiliteit krijgt geen aandacht; een protocol voor onderzoek en aanpak van botafwijkingen ontbreekt.

De sterke kant van deze editie is het afsluiten van de belangrijkste hoofdstukken met een samenvatting enerzijds van belangrijke implicaties voor hulpverleners en anderzijds van informatie bedoeld voor de patiënten zelf. Verder bevat het een uitvoerige en systematische documentatie van de diverse lichamelijke aspecten met oog voor zowel onderzoek als aanpak ervan. Globaal is dit boek dus van zeer uiteenlopende kwaliteit, maar nog voldoende voor de specifiek geïnteresseerde om als referentieboek bij de hand te hebben.

W. Vandereycken