Stemmingsstoornissen binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie: wat kunnen we met de richtlijnen in de praktijk?
achtergrond Stemmingsstoornissen hebben een prevalentie van 10% bij kinderen en jeugdigen. Een stemmingsstoornis leidt tot aanzienlijke morbiditeit in de zin van gemist ontwikkelingspotentieel en specifiek ook tot schools en sociaal disfunctioneren. De diagnose depressie wordt (nog steeds) betrekkelijk vaak ten onrechte niet gesteld, omdat de depressieve stemming bij veel kinderen en jeugdigen niet als symptoom op de voorgrond staat, maar in plaats daarvan een prikkelbare stemming. Behulpzaam in de diagnostiek kan zijn dat kinderen van ouders met een stemmingsstoornis 20 tot 30% kans hebben zelf een stemmingsstoornis te ontwikkelen.
doel Het geven van een update rond diagnostiek en behandeling van stemmingsstoornissen. Vergelijking met richtlijnen voor volwassenen en mogelijkheden laten zien hoe diagnostiek en behandeling van stemmingsstoornissen bij kinderen en ouders op elkaar af te stemmen. Inventariseren in hoeverre preventieve interventies bij kinderen onderzocht zijn en toegepast worden.
methoden Onderzoek van wetenschappelijke literatuur en raadpleging van de verschillende richtlijnen stemmingsstoornissen en preventieprojecten rond stemmingsstoornissen bij kinderen.
resultaten De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar diagnostiek en behandeling van stemmingsstoornissen bij kinderen en adolescenten. Zowel op het gebied van effecten van behandeling als preventie.
conclusie Sinds 2008 bestaat een addendum voor kinderen en jeugdigen bij de Multidisciplinaire richtlijn Depressie. De ‘nieuwe’ Multidisciplinaire richtlijn Depressie 2009 is voorzichtiger in het advies tot behandeling bij volwassenen, dan geformuleerd voor kinderen en jeugdigen.