Schokbewegingen: klinische differentiatie op de grens tussen neurologie en psychiatrie
achtergrond Met de voortschrijdende wetenschappelijke inzichten uit neurowetenschappelijk onderzoek begint de grens tussen neurologische en psychiatrische ziektebeelden steeds meer te vervagen. Juist de stoornissen waarbij de basale kernen betrokken zijn, geven uiting aan een spectrum van bewegingsstoornissen met primaire of secundaire psychiatrische en emotionele labiliteit.
Onwillekeurige spierschokken kunnen door verschillenden neuropsychiatrische stoornissen worden veroorzaakt, zoals myoclonus, het syndroom van Gilles de la Tourette en psychogene schokbewegingen (conversiestoornis). Aangezien er geen gouden standaard is voor het stellen van de diagnose psychogene schokken, zijn de meeste diagnosen expert opinions die worden gesteld door de neuroloog op grond van indirecte aanwijzingen (bijvoorbeeld afleidbaarheid en beïnvloedbaarheid van de schokken). Bij alle te onderzoeken patiënten met schokbewegingen is psychiatrische comorbiditeit beschreven, zoals angststoornissen, depressie en obsessieve-compulsieve stoornissen (ocd). De waarde van psychiatrische comorbiditeit is echter nooit systematisch onderzocht.
doel Het doel van het onderzoek is de psychiatrische comorbiditeit bij patiënten met motorische tics en psychogene schokbewegingen systematisch te onderzoeken met de hypothese dat er dezelfde psychiatrische comorbiditeit voorkomt bij de twee patiëntengroepen.
methoden Gestandaardiseerd psychiatrisch onderzoek bij patiënten met motorische tics of psychogene schokken, bewegingen en controles.
resultaten Voorlopige analyse van het psychiatrisch onderzoek bij 64 patiënten en 25 controles toont overeenkomsten in comorbiditeit tussen patiënten met psychogene schokken en Gilles de la Tourette, in de vorm van een hogere incidentie ocd en depressies in het verleden.
conclusie Bij patiënten met psychogene schokken en het syndroom van Gilles de la Tourette wijst de psychiatrische comorbiditeit op zowel neurologische als psychiatrische overeenkomsten. Dit is suggestief voor pathofysiologische origine in dezelfde hersengebieden voor emotie en willekeurige bewegingsaansturing.