Stigma binnen de muren: de MICA-studie
achtergrond Ook hulpverleners in de ggz hebben niet noodzakelijkerwijs een positieve attitude ten opzichte van de psychiatrie en mensen met een psychiatrische aandoening. Onderzoek naar de attitude van de hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg is nodig (Slooff 2010).
doel Het meten van de attitude van hulpverleners ten opzichte van de psychiatrie en mensen met een psychiatrische aandoening.
methoden De Nederlandse vertaling van de Mental Illness: Clinician’s Attitude Scale (mica, Kassam en Thornicroft 2010) wordt eenmalig afgenomen onder professionals in de geestelijke gezondheidszorg. De mica is een zelfinvulvragen lijst en bestaat uit 16 items (Likertschaal, score 1-6). Een totaalscore (range:16-96) kan worden berekend, waarbij een hogere score staat voor een negatievere attitude. Factoren die van invloed kunnen zijn op de attitude zijn meegenomen, zoals jaren werkervaring en persoonlijke ervaring.
resultaten De professionals in deze pilot (n = 42, gemiddelde leeftijd 44 jaar) werkten gemiddeld 16 jaar in de psychiatrie. Bijna alle deelnemers zijn persoonlijk betrokken bij iemand met een psychiatrische aandoening. Ongeveer de helft heeft zelf psychische problemen gehad, waarvoor een klein percentage ook hulp heeft gehad. De totaalscore op de mica is gemiddeld 34.3 (sd 5,9), welke staat voor een positieve attitude. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen attitude en sekse, jaren werkervaring, persoonlijke ervaring, diagnosegroep waarmee men werkt, mate van patiëntencontact en type professional (Chi-Square).
conclusie Deze pilotstudie laat in tegenstelling tot eerdere studies een positieve attitude zien van professionals ten opzichte van de psychiatrie. Mogelijk speelt stigma een grotere rol bij hulpverleners die minder direct patiëntencontact hebben met deze doelgroep.