De effectiviteit van een traumabehandeling bij getraumatiseerde meisjes in gesloten jeugdinstellingen
achtergrond Uit onderzoek blijkt dat in jeugdzorginstellingen geplaatste meisjes vaak getraumatiseerd zijn en mede hierdoor ernstige problemen vertonen in het verdere leven. Onderzoek (Hamerlynck 2008) toont aan dat 85% van de meisjes een of meer trauma’s heeft meegemaakt en dat dit gerelateerd is aan zowel openlijke als heimelijke agressie. Hieruit blijkt de noodzaak om meisjes in jeugdzorginstellingen bij opname te onderzoeken op trauma en agressie, ze te behandelen en om traumabehandelingen te onderzoeken op hun effectiviteit en op de gevolgen op lange termijn.
doel Het doel van het huidige onderzoek is de effecten vast te stellen van een traumabehandeling bij meisjes die in een jeugdzorg-plusinstelling geplaatst zijn. De behandeling die geëvalueerd wordt, is een stabilisatiefase (met als doel het reduceren van traumagerelateerde klachten) aangevuld met eye movement desensitisation and reprocessing (emdr).
methoden Gebruik wordt gemaakt van een quasi-experimenteel onderzoeksdesign. De experimentele groep bestaat uit meisjes die hebben deelgenomen aan de stabilisatiefase gevolgd door emdr. De controlegroep bestaat uit meisjes die treatment as usual (tau) ontvangen. Verschillende meetmomenten zullen plaatsvinden. De Childhood Trauma Questionnaire ( ctq) wordt gebruikt om traumageschiedenis te onderzoeken en de Trauma Symptom Checklist for Children (tscc) wordt gebruikt om traumaklachten te bevragen.
resultaten Tijdens het Voorjaarscongres zullen de eerste resultaten bekend zijn en gepresenteerd worden.
conclusie Op basis van literatuur kan verondersteld worden dat een geprotocolleerde stabilisatiefase gevolgd door emdr effectiever is in de reductie van traumagerelateerde klachten dan tau bij meisjes in gesloten jeugdzorginstellingen.