Psychiatrische comorbiditeit bij genderdysfore patiënten: een prospectieve studie in vier Europese landen
achtergrond De literatuur betreffende psychiatrische comorbiditeit bij genderidentiteitsstoornissen (gid) toont tegenstrijdige resultaten en onderzoek is methodologisch zeer heterogeen.
doel Nagaan of personen met een gender-identiteitsstoornis meer as I- en as II-stoornissen vertonen in vergelijking met de algemene populatie.
methoden Cross-sectionele inclusie van genderdysfore personen in vier Europese genderteams (n = 389).
Screening as I- en as II-stoornissen met behulp van Mini International Neuropsychiatric Interview Plus (mini+) (n = 288) en scid (n = 205) -interview bij bevestiging diagnose gid en voorafgaandelijk aan hormonale behandeling.
resultaten As I: 75% van de onderzochte personen vertoont een as I-diagnose. Affectieve stoornissen huidig en/of in het verleden vertegenwoordigen 50%; angststoornissen 32%. Middelengerelateerde stoornissen komen voor bij 16%. Alle andere diagnosen hebben een prevalentie van minder dan 5%.
As II: globaal wordt bij 17,2% van de personen met de diagnose gid een persoonlijkheidsstoornis gevonden (cluster A: 5,9%, cluster B: 6,3%, cluster C:
9,3%).
conclusie Affectieve stoornissen zijn opvallend meer aanwezig bij patiënten met een gid in vergelijking met de algemene populatie. Angststoornissen en middelengerelateerde stoornissen komen in vergelijkbare mate voor, terwijl ernstige psychiatrische stoornissen (zoals psychose) zeldzaam zijn en zeker niet significant meer voorkomen.
Persoonlijkheidsstoornissen komen vrij vaak voor, maar minder in vergelijking met een aantal andere studies.