Farmacogenetica in de praktijk
achtergrond Er wordt toenemend gebruik gemaakt van de mogelijkheid om farmacogenetisch onderzoek aan te vragen naar metaboliserende cytochroom P450-enzymen. Maar hoe is zo’n uitslag te interpreteren? Moet de arts bij poor metabolisers alle substraten van het desbetreffende enzym vermijden? Welke geneesmiddelen, ook somatische, brengen risico’s met zich mee?
doel Aanbevelingen geven over de toepassing en interpretatie van farmacogenetisch onderzoek, zodat arts en patiënt beter kunnen profiteren van de uitkomsten van dergelijk onderzoek.
methoden Redenen voor de aanvraag van farmacogenetisch onderzoek naar cytochroom P450-enzymen zijn afwijkende bloedspiegeluitslagen, bijwerkingen op lage doseringen of onvoldoende effect op hoge doseringen. De uitslag van het onderzoek kan leiden tot de conclusie dat substraten van het desbetreffende enzym problema tisch zijn bij een patiënt. Er kan sprake zijn van een contra-indicatie. In andere gevallen kan met beleid worden doorbehandeld. Het is zonder specifieke kennis soms moeilijk te overzien welke medicatie tot problemen zal leiden. Tijdens deze presentatie zal, ondersteund door voorbeelden uit de praktijk, worden getoond op welke wijze een genotypering kan worden geïnterpreteerd en hoe het kan bijdragen aan de medicatieveiligheid.
resultaten Een genotypering kan, indien juist toegepast, helpen bij de keuze van een geschikt geneesmiddel. Dit voorkomt dat gecontraïndiceerde geneesmiddelen worden voorgeschreven of dat geïndiceerde medicatie ten onrechte vermeden wordt. Bij twijfel kan een arts worden ondersteund door het bewakingssysteem van een apotheek. Bekendheid van het genotype bij behandelaren voorkomt dat een patiënt later alsnog op gecontraïndiceerde medicatie wordt ingesteld.
conclusie Een genotypering van cytochroom P450-enzymen kan een waardevolle toevoeging van de farmacotherapeutische behandeling zijn. Bij een correcte toepassing en interpretatie draagt het voor de rest van het leven bij aan de medicatieveiligheid van een patiënt.