Onderscheid depressie in het kader van een unipolaire of bipolaire stoornis
achtergrond De tijd tussen eerste klinische symptomen (vaak depressie) en het stellen van de diagnose bipolaire stoornis bedraagt gemiddeld zes jaar. Dit heeft een negatieve invloed op behandeling, beloop, beperkingen en invaliditeit. Verkorten van dit behandeldelay is van begroot belang.
doel Onderzocht is of er onderscheidende factoren zijn op het niveau van fenotype, endofenotype, genotype en omgeving tussen een (eerste) depressie in het kader van een unipolaire of een bipolaire stoornis.
methoden Literatuurstudie met weging aantal van met name direct vergelijkende studies.
resultaten Op klinisch (fenotype) niveau bleken bij patiënten met bipolaire stoornis hypersomnia, hyperactiviteit, anhedonie, suïcidaliteit, stemming reactief snel omslaand, dagschommeling, psychotische verschijnselen en toegenomen agressie onderscheidend te zijn. Op endofenotypeniveau was dit een verstoord cicardiaan ritme onder andere op de rem-slaap en reactie op de totale slaapdeprivatie. Op genotypeniveau waren er geen duidelijke verschillen. Mogelijk is dit er wel voor de klok genen die een rol spelen in aansturing van het circadiaan ritme. Omgevingsfactoren die passen bij een bipolaire stoornis zijn: ouders met een bipolaire stoornis, suïcidaliteit en verstoring in orde dag- en nachtritme
conclusie Het lijkt op grond van deze bevindingen mogelijk om al vroeg onderscheid te maken tussen depressie in het kader van een unipolaire versus bipolaire stoornis op basis van (hetero)anamnestische gegevens. Hiermee wordt de diagnostiek verbeterd en een meer adequate behandeling mogelijk.