Who’s afraid of psychodynamic treatment? Over indicaties voor psychoanalytische behandelingen
achtergrond Er wordt vaak gedacht dat psychoanalytische behandelingen vooral geschikt zijn voor de zogenaamde worried well. Dat wil zeggen hoogopgeleide, redelijk goed functionerende patiënten die vooral een innerlijke (sic!) lijdensdruk ervaren. De vraag is of dat klopt.
doel Het doel van deze presentatie is om vanuit research gegevens in te gaan op de vraag wie voor een psychodynamische behandeling in aanmerking komt.
methoden Nagaan welke patiëntengroepen zijn geïncludeerd in effectiviteitstudies van psychoanalytische behandelingen en of onderzoek naar predictieve factoren voor het succes richting kan geven aan het indicatieproces.
resultaten De effectiviteit van kortdurende psychodynamische behandeling is vooral aangetoond bij as I-stoornissen en van langdurende bij diagnostische beelden gekenmerkt door comorbiditeit van chronische vormen van depressie en angst en persoonlijkheidsstoornissen.
Uit onderzoek naar de predictieve waarde van patiëntfactoren blijkt dat in de praktijk veel toegepaste aspecten als motivatie en psychologiserend vermogen, maar beperkt van belang zijn. Object relationeel functioneren is mogelijk van meer betekenis, maar dit blijkt vooral samen te hangen met de duur en soort interventies van de behandeling.
In het proces van indicatiestelling lijkt het vooral zinvol na te gaan of de problematiek en het doel van de patiënt zelf, aansluiten bij de psychodynamische werkwijze.
conclusie Langdurig psychodynamische behandelingen worden toegepast bij ernstiger patiëntgroepen dan vaak wordt gedacht. Bij de indicatiestelling kan beter naar het mogelijke profijt voor de patiënt gekeken worden, in plaats van enkel de geschiktheid te beoordelen op grond van persoonlijkheidseigenschappen. De aanbevelingen uit de Leidraad Langdurig Psychoanalytische Behandelingen kunnen in het licht van deze bevindingen beschouwd worden.