Psychologische patiëntenzorg in de oncologie. Handboek voor de professional
Het boek van De Haes en collega’s behandelt de psychosociale zorg voor kankerpatiënten. Nederlandse psychologen/psychotherapeuten en onderzoekers hebben een uniek, omvattend handboek samengesteld, ‘bedoeld om de professionalisering van de hulpverleners te bevorderen en de kennis bijeen te brengen die van belang is voor de kwaliteit van zorg aan patiënten’. Het boek richt zich op psychologen en maatschappelijk werkers, maar ook op andere paramedici, verpleegkundigen en artsen die beroepshalve te maken hebben met mensen met kanker. Deze tweede, herziene editie verschijnt 8 jaar na de eerste druk en bevat interessante recente ontwikkelingen en onderzoeksresultaten. Kanker is een frequent voorkomende aandoening. De epidemiologische cijfers in Nederland en België tonen dat ongeveer een derde van de bevolking met deze ziekte te maken krijgt voor het 75ste levensjaar. Prostaatkanker is de meest voorkomende tumor bij mannen, borstkanker bij vrouwen. Behalve met de fysieke gevolgen van de ziekte en de behandeling, kampen patiënten (en mensen uit hun omgeving) met psychische en sociale problemen. Kanker gaat gepaard met angst voor de dood, diepe onzekerheid en verlies van sociale en maatschappelijke rollen. Naar schatting heeft ongeveer één derde van de patiënten tijdens of na het behandelingstraject ernstige problemen die een vorm van psychosociale begeleiding noodzakelijk maken. In 1993 werd de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie (nvpo) opgericht. In België werden begin 2004 alle initiatieven op dit vlak gebundeld in het Cédric Hèle instituut. (Deze naam is een hommage aan Cédric Hèle, een jongeman vol levenslust, optimisme en een markant gevoel voor humor. Hij was het boegbeeld
van talrijke campagnes van ‘Kom op tegen Kanker’ in Vlaanderen. Hij overleed in 1996, na vier jaar ziekte.) Professionelen die actief zijn in de zorg voor mensen met kanker kunnen bij dit instituut terecht voor opleiding, uitwisseling van ervaring, wetenschappelijk onderzoek en informatie. Zowel het Nationaal Programma Kankerbestrijding in Nederland als het Nationaal Kankerplan in België voorziet in uitgebreide financiering voor psychosociale zorg voor patiënten met kanker. Voor hulpverleners in de psychosociale oncologie is het boek van De Haes e.a. een interessant werkboek, enig in zijn soort: een Nederlandstalig werk bijna uitsluitend gewijd aan psychosociale zorg voor patiënten met kanker. Deel 1 biedt achtergrondkennis: epidemiologie, medische behandeling, genetische aspecten, existentiële aspecten…. Nieuw in deze tweede editie is de uitgebreide aandacht voor de wetenschappelijke evidence rond de rol van psychologische factoren bij het ontstaan en verloop van kanker. Deel 2 gaat over patiëntenzorg. Er is aandacht voor vroegdetectie van psychosociale problemen, voor diagnostiek, behandeling en revalidatie. Verder wordt een casus belicht vanuit verschillende therapeutische invalshoeken. Hierbij steunt men meer op expert-based kennis en vaardigheden dan op evidence-based gegevens. De voorgestelde psychologische interventies zijn immers eerder pragmatisch ontwikkeld en gebaseerd op theorieën die vaak wetenschappelijk niet stevig zijn verankerd. Recente reviews geven aan dat de effectiviteit van veel psychologische interventies bij patiënten met kanker nog volop ter discussie staat (Lepore & Coyne 2006; Manne & Andrykowski 2006). De redactie is zich hiervan bewust en pleit voor een kritische aanpak, rekening houdend met de diversiteit van de problematiek van de patiënt. Deel 3 bevat capita selecta over onder andere vermoeidheid, seksualiteit, ontkenning, angst en depressie, agressie, maar ook over persoonlijkheidsstoornissen en organisch-psychiatrische factoren in de oncologie. Leerrijk en heel nuttig voor de praktijk. In deze tweede editie is het hoofdstuk rond psychologische begeleiding van kinderen met kanker volledig vernieuwd. Er is anderzijds slechts beperkte aandacht voor de impact op de sociale context indien een ouder kanker heeft, zoals de gevolgen voor en de communicatie met jonge kinderen. Een thema dat niet behandeld wordt, zijn culturele aspecten. In onze multiculturele samenleving mag een hoofdstuk over interculturele verschillen rond psychische en sociale reacties op kanker en kankerbehandeling niet ontbreken. De praktijk leert immers dat mensen met een andere
culturele achtergrond op een andere manier omgaan met ziekte, lijden en levenseinde. Het boek is toepasselijk in de Vlaamse context, maar de websites op het einde van sommige
hoofdstukken zijn uitsluitend gericht op Nederland. Voor epidemiologische gegevens voor Vlaanderen kan de geïnteresseerde lezer terecht op het Kankerregistratienetwerk (http://www.Belgian-CancerRegistry.be/). Het is een boek met een rijke, sterke inhoud, empirisch onderbouwd waar mogelijk, geïllustreerd met realistische voorbeelden en voorzien van praktijkgerichte aanbevelingen. Een aanrader voor alle professionals die mensen met kanker behandelen.
M. Decruyenaere