Cognitieve gedragstherapie bij depressie
Het eerste boek is geschreven om een vast protocol aan te reiken aan behandelaars die cognitieve gedragstherapie (cgt) willen toepassen binnen een vergelijkend onderzoek. Het doel van het vaste protocol was het om de resultaten van de behandeling met cgt te kunnen vergelijken met een behandeling met kortdurende psychodynamische therapie, die eveneens volgens een protocol verliep. Wat heeft de lezer nu aan een boekje dat primair probeert een heldere methode vast te leggen? De clinicus die nog weinig ervaring heeft met cgt zal enigszins de toelichting en de beschouwingen missen die je vaak wel vindt in een inleidende tekst volgens het how-to-principe. De meer ervaren cgt-therapeut kent die overwegingen wel allemaal, maar zoekt in dit boekje tevergeefs naar casusmateriaal over de meer weerstandbiedende patiënt. Leuk aan het boek is dat het helder een goed onderbouwde volgorde aanreikt aan de lezer. Eerst motiveren. Dan onderzoeken. Dan leren dat niet elke negatieve gedachte automatisch waar is. Uiteindelijk de spookgedachte kunnen uitdagen en daarmee veranderen. Door de inhoud vanaf de 1de tot de16de sessie vast te leggen neemt het boekje de lezer mee in de logische en tevens begripvolle opbouw waarmee zeer veel patiënten op een goede manier kunnen worden geholpen. Naast deze handleiding voor therapeuten hebben dezelfde auteurs ook een werkboek voor patiënten geschreven: Doorbreek je depressie. Wat in eerste instantie aan dat boek opvalt, is het kloeke formaat: ruim 100 bladzijden op A4. Mijn ervaring is dat patiënten het liefst een neutraal vaak vrolijk gekleurd (dit boek is statig koningsblauw) schriftje kopen van een formaat dat makkelijk in een
handtas past. Maar goed, een groot formaat heeft ook wel voordelen. De lezer heeft lekker veel ruimte bij het invullen van de formulieren (mooie titel: ‘het ergste van het ergste’). Op een klein velletje zijn patiënten gauwer tevreden met een schema terwijl juist het uitdiepen van de gedachtes verder kan brengen. Steunend zijn zeker ook de heldere psycho-educatieve instructies die verspreid zijn opgenomen. Alles bij elkaar vond ik het zelf leuk om in de beide boeken te bladeren en te zien hoe cgt vanuit een academisch perspectief geprotocolliseerd kan worden. Ik zou wat aarzeling hebben een patiënt ervoor naar de boekenwinkel te sturen en deze het boek te laten verorberen.
H. de Burlet