Zakwoordenboek van de psychiatrie (5de druk). In de serie: Medische zakboeken
Dit boekje bevat iets meer dan 7500 lemma’s. Niet alleen op het gebied van de psychiatrie, maar ook op dat van de neurologie en de psychologie. Dan moet er dus flink worden geselecteerd. Is dat gelukt? Met andere woorden: wordt er niet teveel gemist? En staan er niet teveel termen in die de gebruiker al kent? Ik schat dat 5-10% van de lemma’s voor de psychiater onbekend is. Relatief vaak gaat het om afkortingen. Voorbeelden: svb servicecentrum pgb (biedt gratis hulp en advies aan houders van een pgb); svh (systematisch verpleegkundig handelen); pull (positieve-uitkomstenlijst); cwz (centrale wachtlijst zwakzinnigenzorg). Tegelijk staan er woorden in die weliswaar een geleerde indruk maken, maar met psychiatrie weinig tot niets van doen hebben, zoals misoneïsme (ziekelijke tegenzin tegen nieuwe ideeën) en symphonallaxis (verwisseling van medeklinkers). Sympathie, symmetrisch, propaganda, prostaat, clitoris en aanleiding zijn algemeen bekende woorden en horen dus niet thuis in een psychiatrisch woordenboek. Van de ruim 60 door Blom (2010) recent opgesomde waarnemingsstoornissen kende ik er nog geen 20. Het zakwoordenboek kon mij niet helpen met de resterende 40, het internet wel. Dit is een pittige test, dus heb ik ook gangbaarder woorden opgezocht, zoals alexithymie, dwanglachen, oreiller psychique en projectieve identificatie. Deze ontbreken allemaal. Deugen de verklaringen? Doorgaans wel, maar ik kwam ook rare uitschieters tegen, zoals endorfine (‘door de hersenen geproduceerde stof waarvan de samenstelling gelijk is aan morfine’); collegiale consultatie (‘zie intervisie’); geneesmiddelverslaving (‘zie Phoenix’); miopragie (‘verminderde waakzaamheid’). Is dit een zákwoordenboek? Nauwelijks. Het meet 18 x 11 x 3 cm en weegt 400 gram. Past dus in geen enkele zak. Samenvattend: psychiaters hebben aan dit boekje niet veel. Voor andere beroepen zou het positiever kunnen uitpakken, maar ook dan geldt dat dit boekje de concurrentie met het voor iedere hulpverlener toegankelijke internet ruimschoots verliest. In het voorwoord bij deze 5de druk schrijven de auteurs dat dit boekje na 20 jaar nog steeds in een behoefte voorziet. Niet in een behoefte van psychiaters, vrees ik.
H. van Berkestijn