Eating Disorders. Cognitive Behaviour Therapy with Children an Young People. In de serie CBT with Children, Adolescents and Families
Dit boek bestaat uit 10 hoofdstukken die focussen op cognitieve gedragstherapie (cgt) voor kinderen en adolescenten met een eetstoornis in de ambulante praktijk. De auteurs stellen dat cgt toegepast kan worden vanaf 11 jaar, omdat de cognitieve ontwikkeling van het kind/jongere vanaf dan het mogelijk maakt om een metapositie in te nemen ten opzichte van het eigen denken. Bij jongere kinderen adviseren zij familietherapie als belangrijke behandelvorm. In hoofdstuk 1 worden de criteria van eetstoornissen bij kinderen en adolescenten besproken en in hoofdstuk 2 wordt de rol van cgt in de aanpak van eetgestoord gedrag geïllustreerd. Hoofdstuk 3 bespreekt hoe de jongere voorbereid kan worden op de therapie: bespreking van de ambivalentie tegenover de behandeling, informatie over de vertrouwelijkheid ervan en de beslissingsbevoegdheid van de jongere staan centraal. Nadat de nodige informatie is uitgewisseld en de therapeutische relatie tot stand is gekomen, kan men van start gaan met het formuleren van een holistische theorie. Deze theorie zal men hanteren als richtlijn voor de behandeling. Alvorens echter met de therapie aan te vangen dient men aandacht te besteden aan het motiveren van de jongere (hoofdstuk 4). Er worden verschillende technieken naar voren geschoven om de motivatie te bevorderen. In hoofdstuk 5 wordt de rol van de familie in de behandeling besproken. De betrokkenheid van de familie van een kind is onontbeerlijk en blijft belangrijk bij adolescenten. Bij adolescenten dient echter de autonomie een belangrijke plaats te krijgen. In hoofdstuk 6 lichten de auteurs de noodzaak en het gebruik van een eetdagboek toe en in hoofdstuk 7 reiken zij technieken aan om gedragsverandering op het gebied van eet- en compensatiegedragingen te bevorderen. In hoofdstuk 8 tonen zij hoe men het verloop van de behandeling kan registreren en hoe de resterende moeilijkheden aan te pakken. Hoofdstuk 9 behandelt technieken om verstoorde cognities op het gebied van lichaamsbeeld en perfectionisme aan te pakken. In hoofdstuk 10 staat het afronden van de therapie en recidiefpreventie centraal. In hoofdstuk 11 worden alternatieve technieken van behandeling besproken, zoals residentiële behandeling, groepstherapie en zelfhulp. Hoofdstuk 12 rondt af met uitdagingen voor de toekomst op vlak van behandeling en onderzoek van eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Aandacht voor ontwikkelingsthema’s eigen aan de kindertijd en de adolescentie en de ‘taal’ van de behandeling afstemmen op het ontwikkelingsniveau staan hierbij centraal. Het boek levert weinig nieuwe informatie, maar vat op een overzichtelijk wijze de klinische en wetenschappelijke kennis samen over de cgtaanpak van eetstoornissen bij kinderen en adolescenten.
L. Claes