Stageren van bipolaire stoornissen
achtergrond De bipolaire stemmingsstoornis begint veelal in de jonge volwassenheid en heeft een chronisch recidiverend beloop. De diagnose wordt vaak pas vele jaren na de eerste symptomen gesteld, waarmee tijd voor effectieve interventies en beperking van schadelijke gevolgen verloren gaat. Het latere verloop is bovendien vaak ongunstiger dan veelal wordt aangenomen.
doel Een voorstel doen voor het stageren van de bipolaire stoornis op basis van klinisch beeld, verloop in de tijd en reactie op behandeling.
methode Er wordt, mede aan de hand van enkele representatieve cases, een overzicht gegeven van relevante literatuur.
resultaten Recent is een voorstel gedaan om, net als bij veel progressief verlopende somatische aandoeningen, een stagering te ontwerpen voor de bipolaire stoornis (Berk e.a. 2007). Indeling van de stoornis in verschillende stadia van ontwikkeling zou erbij kunnen helpen om de meest passende interventies voor een bepaalde patiënt te kiezen. Dit is van belang omdat de meeste interventies waarvoor thans wetenschappelijke evidentie bestaat, van toepassing zijn op wat het middenstadium van de aandoening genoemd zou kunnen worden. Een concept van de stadia-indeling ziet er als volgt uit : —— stadium 0: asymptomatisch maar met aanwezige risicofactoren voor het ontwikkelen van een stemmingsstoornis; —— stadium 1: prodromale fase met subsyndromale verschijnselen; —— stadium 2: eerste episode van de stemmingsstoornis; —— stadium 3: recidiverende episoden; —— stadium 4: therapieresistentie, chroniciteit of persisterende rapid cycling.
conclusie Vooralsnog kan men bij het stageren van bipolaire stoornissen slechts uitgaan van de klinische kenmerken. Een dergelijk model zou idealiter onderbouwd moeten worden met validering op basis van pathofysiologie, bijvoorbeeld in de vorm van endofenotypen.