Het spanningsveld tussen voeden en eten ontrafeld. Eetproblemen bij kinderen van 3-10 jaar
achtergrond Een (ernstige) voedingsstoornis
op de kinderleeftijd komt bij 1-2 % van de
kinderen voor. Deze is vaak langdurig, of is zelfs
vanaf de geboorte aanwezig en heeft een brede
negatieve invloed op de biologische en psychologische
ontwikkeling en het gezin.
doel De diagnostiek en de aanzet tot
behandeling kennen een aantal in deze presentatie
te bespreken bijzondere aspecten.
methoden Bespreking van: drie typische
casus, ontwikkelings-, somatische en systemische
aspecten, diagnostische formulering en de
implicaties voor de behandeling. Werkwijze en
bevindingen in een academisch centrum.
resultaten Bij ongeveer de helft van de
kinderen in topreferente centra spelen somatische
factoren in de etiologie een grote rol. Bijna altijd
zijn er somatische gevolgen die vaak ook nog
onderhoudend op de klachten kunnen werken.
Systeemaspecten zijn erg relevant, met name
gedachten en ervaringen van ouders ten aanzien
van eten en ervaringen met hun kind. In de diagnostiek
moeten de ontwikkelingsgeschiedenissen
van zowel het kind als van de klacht worden beoordeeld.
Ook moeten de somatische aspecten goed in
beeld zijn gebracht. Principes van klassieke conditionering
(antecendente factoren) zijn relatief
belangrijk.
conclusie De voedingsstoornis op de
kinderleeftijd is geen uniek psychiatrische stoornis,
maar veeleer een beeld dat zich ergens laat
plaatsen op een biopsychosociaal continuum. Per
kind kan de diagnostiek tot zeer verschillende
bevindingen leiden. De diagnostiek is multidisciplinair.
Psychiatrische diagnostiek is zeer relevant,
maar alleen binnen een dergelijke context.