Bewegen, depressie en cardiale fitheid
achtergrond Depressie en fysieke
activiteit hebben een sterke onderlinge relatie.
Depressie leidt tot minder activiteit en bewegingsarmoede
bevordert depressie. Meer of minder
bewegen blijkt ook 50% van de associatie tussen
depressie en cardiale problematiek te verklaren.
Kan een bewegingsprogramma bij depressieve
patiënten ook de cardiale prognose verbeteren?
doel Inzicht krijgen in de wetenschappelijke
basis van bewegingsprogramma's bij
depressie en de manier waarop behandelinterventies
kunnen worden toegepast in het besef dat
antidepressiva ook de cardiale prognose kunnen
verslechteren als belangrijke bijwerking.
methoden Een literatuuroverzicht
wordt gepresenteerd. Ook wordt aangegeven op
welke wijze een rct met een bewegingsinterventie
is opgezet. In deze rct wordt onder meer cardiale
fitheid gemeten met de astrandtest en wordt
een scala aan metabole waarden vastgelegd.
resultaten Non-medicamenteuze
interventies als bewegingsprogramma's lijken een
belangrijke behandeloverweging te blijven bij de
behandeling van depressies met een hamiltonscore
van 14-28 punten. De rct bevindt zich in de
inclusiefase. De stand van zaken en voortgang
worden besproken.
conclusie Beweging lijkt effectief bij
de behandeling van depressies met een hamiltonscore
van 14-28 punten.