Recente ontwikkelingen in de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen en dsm-v
toelichting De mogelijke veranderingen
in dsm-v op het gebied van persoonlijkheidsstoornissen
worden volop bediscussieerd. Het lijkt
voor de hand te liggen dat in dsm-v gekozen
wordt voor een meer dimensionele benadering
van as II; er gaan zelfs stemmen op om as II te laten
verdwijnen en ook voor as-I-stoornissen een meer
dimensionele benadering te kiezen. Het ideaal van
diagnostiek waarin genotype en fenotype één
geheel vormen, met daarin ruimte voor causaliteit
en ernst van de stoornis, zal waarschijnlijk in
dsm-v niet bereikt worden. Daarvoor is er te veel
in beweging en onduidelijk; fascinerend onderzoek
op het gebied van genetica en neurobiologie
zet de schijnwerper op genen, neurotransmitters
en de wisselwerking tussen aanleg en omgeving.
Onderzoek toont ook aan dat persoonlijkheidsstoornissen
minder statisch zijn dan tot voor
kort werd gedacht. Veranderingen in de omgeving
- waaronder psychotherapeutische behandeling
- kunnen de symptomen van de persoonlijkheidsstoornis
verminderen of zelfs doen verdwijnen.
leerdoelen Aan het eind van de sessie
worden de deelnemers geacht overzicht te hebben
van de huidige ontwikkelingen binnen de diagnostiek
van persoonlijkheidsstoornissen en rond
dsm-v; het aandeel van genetica en neurobiologie
hierbij wordt toegelicht door middel van recente
empirische bevindingen. Tevens worden resultaten
van psychotherapeutische behandeling van
verschillende types persoonlijkheidsstoornissen
gepresenteerd.