Psychiatrie op mensenmaat
'Pas de mens niet in het keurslijf van uw denken, maar pas uw denken aan aan de realiteit van de mens.' Met deze boodschap als uitgangspunt heeft de Gentse hoogleraar Psychiatrie Stijn Jannes een boek geschreven over klinische psychiatrie. In vijftien hoofdstukken behandelt hij de verschillende stoornissen, waaronder cognitieve stoornissen, aan een middel gebonden stoornissen, schizofrenie en stemmingsstoornissen. Deze hoofdstukken worden voorafgegaan door een 'kleine geschiedenis' en een 'indeling klinische psychiatrie', waarin Jannes stilstaat bij vragen zoals 'Wat is psychiatrie?' en 'Waarop steunen de concepten van ziekte en gezondheid?' De toon van deze stukken is persoonlijk en sluit aan bij hetgeen Jannes in zijn inleiding zegt: 'Dit boek is de neerslag van vele jaren noteren, verwerken, bijsturen. Het is een reisverslag van vele ervaringen van mezelf en anderen. Het is uiteindelijk een eigenzinnige en eigen zinnige keuze van wat ik uiteindelijk denk, uiteindelijk vermoed en uiteindelijk nog steeds niet weet.' Ofschoon de toon van het boek sympathiek is, maakt het een rommelige en onevenwichtige indruk. Zo is niet duidelijk voor welk publiek het boek is bedoeld. Het is zo te zien gebaseerd op materiaal dat is gebruikt voor onderwijs. Hier en daar worden concrete adviezen gegeven over het voorschrijven van geneesmiddelen, zoals over het te kiezen antidepressivum of slaapmiddel, die doen vermoeden dat het boek is bedoeld voor psychiaters, al dan niet in opleiding. Tegelijkertijd zijn die adviezen zo summier dat het boek als beknopt leerboek voor psychiaters tekortschiet. Is het dan bedoeld als inleiding voor studenten of geïnteresseerde leken? Sommige passages doen dit vermoeden, maar de lange lijsten met dsm-kenmerken die we in de hoofdstukken over stoornissen tegenkomen, zijn voor zo'n publiek - door de summiere toelichting die erbij wordt gegeven - nietszeggend. Ook is er een onduidelijk gebruik van figuren, waar in de tekst niet naar wordt verwezen. Bij de figuren zelf staat een kort commentaar en de strekking van de figuren is veelal dat op meer dan één manier naar de werkelijkheid kan worden gekeken en dat daarbij de context of de verwachting van de beschouwer een rol speelt. Wat dit precies zegt over schizofrenie of een stemmingsstoornis blijft impliciet en dus onduidelijk. Voor mensen die Jannes kennen uit colleges en voordrachten, biedt dit boek wellicht een goede samenvatting van zijn gedachtegoed. Als kennismaking daarmee schiet het, door de onduidelijke presentatie ervan, tekort.
F. Boer