Warum wird man krank?
Viktor von Weizsäcker (1886-1957), internist en neuroloog, geldt als één van de belangrijkste grondleggers van de psychosomatische geneeskunde. Daarbij was hij een sterk sociaal bewogen arts wiens constructieve reflecties over het systeem van gezondheidszorg nog steeds actueel zijn. Naar aanleiding van de vijftigste overlijdensdatum van deze vergeten grote denker verscheen onderhavig boekje. Het bevat een aantal teksten die een voldoende overzicht geven van zijn werk. De verschillende hoofdstukken zijn telkens voorzien van een uitstekende inleiding. Erinnerungen bevat een tekst die hij twee jaar voor zijn overlijden schreef en die men zijn persoonlijke odyssee kan noemen. Krankengeschichten biedt een staalkaart aan klinische beschrijvingen en geeft een eerste impressie hoe vernieuwend de auteur in zijn tijd was door de aandacht voor de biografie van de patiënt, ook en zeker bij somatische aandoeningen. Grundfragen medizinischer Anthropologie bevat onder andere een artikel over de arts-patiëntrelatie waarin het begrip opduikt dat hem beroemd maakte, namelijk de Gestaltkreis. Dit wordt verder uitgewerkt in het volgende deel, Die Einheit von Wahrnehmen und Bewegen, met noties zoals: waarnemen en bewegen zijn een eenheid (en niet de klassieke prikkel-reflexinteractie); er is niet enkel psychofysische causaliteit, maar ook psychofysische verandering; de plaats van het subject in het ziekteproces is cruciaal. Ziedaar enkele handvatten om een tip van de sluier over dit complexe begrip op te lichten. In het volgende hoofdstuk, Grundlagen einer neuen Medizin, sprak me vooral het artikel Von den seelischen Ursachen der Krankheit uit 1947 sterk aan. Het is een grensoverschrijdend artikel dat voor zowel artsen en psychotherapeuten als pastores tot op de dag van vandaag zijn relevantie behoudt. In een ander artikel, Psychosomatische Medizin, heeft hij scherpe en terechte kritiek op het 'psychogenie'- begrip bij somatische aandoeningen. Ten slotte bevat Pathosophie vooral twee inleidingen op dit werk dat Von Weizsäcker op het einde van zijn leven schreef. Het is zijn pièce de résistance, waarin hij de grondslagen en uitwerking van een algemene en bijzondere ziekteleer beschrijft. Pathosofie, wijsheid van het (menselijk) lijden, want Der Lebensvorgang zählt nicht mit Zahlen (p. 156). Voor wie zijn de teksten van deze 'Copernicus van de psychosomatische geneeskunde' nu nog bestemd? In het algemeen voor elke medicus met een open geest. In het bijzonder geldt dit voor liaisonpsychiaters en psychiaters-psychotherapeuten die verder kijken dan hun techniek lang is… Een aanrader van formaat.
M. Calmeyn