Handbook of Behavioral and Cognitive Therapies with Older Adults
Therapie bij ouderen is van oudsher een onderontwikkeld gebied binnen de geestelijke gezondheidszorg. Nog steeds is het aantal psychotherapeuten dat zich specifiek op ouderen richt slechts een fractie van wat we zouden verwachten op basis van de feitelijke demografische leeftijdsverdeling en de prevalentie van psychiatrische stoornissen bij ouderen. De voornaamste reden hiervoor is de - niet op wetenschappelijke gegevens gebaseerde - overtuiging dat de balans van een kosten-batenanalyse van de persoonlijke investering ten opzichte van de tijd die rest om van een eventuele kwaliteitsverbetering te genieten, negatief zou zijn. Deze misvatting is voornamelijk gegroeid vanuit ideeën over langdurige psychodynamische interventies, maar de generalisatie naar andere therapeutische modellen blijkt soms een hardnekkige cognitieve distorsie. Dit boek biedt een positief antwoord op de vraag of therapeutische interventies bij ouderen zinvol zijn. Cognitieve gedragstherapie (cgt) heeft haar sporen reeds verdiend binnen de volwassenenpsychiatrie en wordt algemeen erkend als het meest testbare therapeutische model. De laatste jaren zien we voor de toepassingen binnen de ouderenpsychiatrie ook een snelle opmars. Voor een aantal geestelijke gezondheidsproblemen bij ouderen zoals depressies en angststoornissen baseert men zich voornamelijk op bestaande modellen bij volwassenen met leeftijdsspecifieke accenten. Andere toepassingen, zoals dementie en depressie na een cerebrovasculair accident, vergen fundamentelere aanpassingen, waarbij men rekening moet houden met de cognitieve mogelijkheden van de cliënt. De auteurs verdelen de 21 hoofdstukken onder in 4 grote categorieën. Het eerste deel behandelt vaak voorkomende gezondheidsproblemen bij ouderen zoals depressie, angst, slapeloosheid, alcoholmisbruik, pijn en stress bij degenen die voor een naaste zorgen. Het tweede deel richt zich meer op de behandeling van ernstige psychiatrische stoornissen zoals schizofrenie, suïcidaal gedrag, persoonlijkheidsstoornissen en dementie. In het derde deel komen ziektebeelden aan de orde waarbij de effectiviteit van cgt onvoldoende aangetoond is. Hiertoe behoren bipolaire stoornissen, beroerte, gecompliceerde rouw en posttraumatische stressstoornis. Ook therapie bij ouderen met beperkte financiële mogelijkheden krijgt hier aandacht. In het laatste deel behandelen de auteurs varia zoals opleiding van therapeuten en de terugbetaling van cgt door het verzekeringssysteem Medicare in de Verenigde Staten. De hoofdstukken zijn kort, vlot leesbaar en praktijkgericht. Na een korte inleiding bespreken de auteurs of de effectiviteit van een interventie al of niet is aangetoond. Daarna beschrijven zij de verschillende meetinstrumenten voor ieder ziektebeeld, gevolgd door een inhoudelijke beschrijving van de interventie. Zoals vaker bij handboeken over psychotherapie is de beschrijving van het therapeutisch programma in sommige hoofdstukken eerder beperkt in verhouding tot het documenteren van de effectiviteit. Nadien volgen één of meer gevalsbeschrijvingen die voor de clinicus meestal zeer herkenbaar zijn. Ten slotte wordt de invloed van culturele en etnische diversiteit (in de Verenigde Staten) op de therapeutische interventies besproken. Dit boek bevat belangrijke informatie en werkt inspirerend voor een brede groep hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen, onder wie ouderenpsychiaters, klinisch psychologen, psychiatrisch verpleegkundigen en andere therapeuten.
M. Vandenbulcke