Voices of Trauma. Treating Survivors across Cultures. In de serie International and Cultural Psychology
In dit imposante boek brengen Drožđek en Wilson een groot aantal gevallen van traumatisering en behandeling daarvan uit andere culturen bij elkaar. Het boek is vooral op antropologische leest geschoeid, met voorbeelden uit de praktijk. Door de divergentie van de casuïstiek is het minder toepasbaar voor de dagelijkse praktijk in Nederland. De casussen zijn echter zeker interessant voor degene die belangstelling heeft voor de moeilijke relatie tussen trauma en cultuur: hoe spelen traumatische ervaringen en de gevolgen daarvan in andere culturen en hoe pakt men ze daar aan? Overigens kunnen de schrijvers daar ook het laatste woord niet over geven: in het slothoofdstuk komen meer vragen naar boven dan antwoorden. Dat is logisch, aangezien de harde wetenschappelijke literatuur over het onderwerp beperkt was en is. Toch hadden de schrijvers beter meer naar de hoofdstukken van hun eigen boek kunnen kijken om daaruit met gevolgtrekkingen te komen. Nu lijkt het boek eerder op een verzameling monografieën. In het inleidende hoofdstuk breekt Drožđek een lans voor het contextueel denken in de psychiatrie en bestrijdt het individueel behandelen van de patiënt. De groei van het sociaal psychiatrisch denken en van de systeemaanpak heeft dit echter ook al bewerkstelligd en ik vraag mij dan ook af of het nodig is de westerse psychiatrie weg te zetten als een puur individualistisch systeem. Dat gebeurt in het laatste hoofdstuk ook weer. Voor de opbouw van het betoog is dit wellicht nodig, maar het is niet erg waarheidsgetrouw. Inheemse geneeswijzen kunnen veel individualistischer zijn; denk bijvoorbeeld aan de traditionele Chinese geneeskunst. De schrijvers leunen sterk op de kritiek van Summerfield, die zij vaak aanhalen. Hij betoogt dat westerse methoden niet toe te passen zijn in andere culturen en een vorm van kolonialisme zijn. De literatuur die er wel is op het gebied van effectieve behandelingen van psychotrauma's, zoals de getuigenismethode in Chili en Mozambique en de narratieve exposurebehandeling in Sudan, wordt echter in het boek helaas niet genoemd. Harris Bond geeft in het tweede hoofdstuk een sociologische kijk op het ontstaan van het kwaad in de wereld. De volgende twaalf hoofdstukken geven verschillende praktijkvoorbeelden, van de geesteswereld van Amerikaanse indianen tot de reactie van latino's bij de crash van een vliegtuig. Het zijn fraaie beschrijvingen, soms té gedetailleerd, maar mooi om te lezen. Ze illustreren hoe personen uit andere culturen met stress en trauma's omgaan en hoe clinici hen daarbij kunnen helpen. Eigenlijk lezen de hoofdstukken als een pleidooi voor een gevarieerde en op maat gesneden behandeling. Toch is het jammer dat de auteurs vrijwel nergens melden hoe de standaardbehandelingen werken: de exposurebehandeling komt nergens aan bod en de behandeling met eye movement desensitization and reprocessing (emdr) komt slechts één keer in een zin voor (op p. 379). Dat zijn toch de aanbevolen behandelingen voor de posttraumatische stressstoornis: is het ook mogelijk die toe te passen in een fasegerichte aanpak, met andere elementen zoals systeem- en groepsbehandeling? Het boek breekt in het laatste hoofdstuk een lans voor het toepassen van inheemse geneeswijzen binnen de reguliere psychiatrische behandeling. Daar is echter geen wetenschappelijke onderbouwing voor te vinden. Uiteraard dienen patiënten en hun wensen gehoord te worden. Daarnaast is het belangrijk om de verklaringsmodellen te kennen die patiënten zelf hanteren, zowel over het ontstaan en het voortduren van de stoornis als over de behandeling ervan. Voor de behandeling van posttraumatische toestanden is het echter nodig om een goede keus te maken uit werkzame therapieën; daarvoor kan de wetenschap over effectieve behandelmethoden een handreiking geven.
H. Rohlof