Een farmacotherapeutisch algoritme voor verstandelijk gehandicapten
achtergrond De psychiatrie bij verstandelijk gehandicapten is een uitdagend terrein omdat hier de gelegenheid bestaat om psychiatrische symptomen en neuropsychologische disfuncties te bestuderen in relatie tot een bekende etiologie. Deze situatie is vergelijkbaar met die in de neurologie waarbij in het algemeen een zogenaamde bottom-upbenadering wordt gevolgd die begint bij de pathologie van de hersenen om vervolgens daaruit klinische symptomen te kunnen verklaren. Het voorschrijfbeleid van psychofarmaca bij deze doelgroep wordt ernstig gehinderd door het ontbreken van systematisch onderzoek bij homogene groepen. De psychiater wordt nogal eens geconsulteerd met de vraag om lastig gedrag snel medicamenteus onder controle te brengen.
doel Het komen tot een meer rationeel onderbouwde strategie voor behandeling met psychofarmaca van gedrags- en psychiatrische stoornissen bij verstandelijk gehandicapten.
methoden Een systematische evaluatie van gepubliceerde onderzoeken in internationale gegevensbestanden.
resultaten Bijna alle gepubliceerde gegevens hebben betrekking op probleemgedrag (challenging behaviour) bij mensen met een verstandelijke handicap in het algemeen en zijn daarom niet generaliseerbaar. De gangbare concepten zijn totaal ongeschikt om te komen tot een rationele behandeling omdat zowel de term 'verstandelijke handicap' (intellectual diability/mental retardation) als de aanduiding 'probleemgedrag' volstrekt betekenisloos zijn.
conclusie Verstandelijke handicap dient te worden beschouwd als een metasyndroom dat een zeer heterogene groep van klinische condities omvat, variërend van genetische afwijkingen, voedingsstoornissen, infecties tot metabole en neurotoxische aandoeningen. Een farmacotherapeutisch algoritme dient dan ook gebaseerd te zijn op kennis van de etiologie (genetische syndromen, metabole stoornissen, comorbiditeit en omgevingsfactoren), pathofysiologie en farmacokinetische parameters. Bij gebrek aan gedetailleerde kennis over een individuele patiënt geldt het adagium 'primum non nocere'.