Autisme en comorbiditeit
achtergrond Comorbiditeit is in het dsm-classificatiesysteem eerder regel dan uitzondering. Oorspronkelijk was het niet de opzet aan te geven dat verschillende stoornissen tegelijk naast elkaar bestaan, maar om het hele klinische beeld in kaart te brengen. Een bepaalde diagnose zou aldus gepaard kunnen gaan met verschillende fenotypes, wat ook bij somatische aandoeningen het geval is. Bij verschillende dsm-diagnoses of klassen worden uitsluitingscriteria gehanteerd. Zo kunnen een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) en een autistische stoornis niet tegelijk worden gediagnosticeerd en vervalt de diagnose pervasieve ontwikkelingsstoornis wanneer bepaalde persoonlijkheidsstoornissen worden vastgesteld. De comorbide diagnoses kunnen wel een aparte behandeling noodzakelijk maken.
doel Nagaan wat de comorbiditeit is bij autismespectrumstoornissen (asd) zonder rekening te houden met exclusiecriteria.
methoden Bij 54 achtereenvolgens onderzochte patiënten met een asd werd de comorbiditeit in kaart gebracht en vergeleken met een controlegroep van 32 patiënten bij wie de diagnose niet gesteld kon worden. Exclusiecriteria werden niet in acht genomen, behalve een iq > 75. Symptoomprofielen werden met behulp van de Comprehensive Psychopathological Rating Scale (cprs) vastgesteld. Autisme werd vastgesteld met behulp van een checklist Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen. Uiteindelijke diagnoses werden vastgesteld na afronding van alle hulponderzoeken (waaronder een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek) in een zogenaamde lead-conference (Longitudinal Evaluation Using All Available Data).
resultaten De patiënten en controlepersonen hadden een gemiddelde intelligentie; de gemiddelde leeftijd was respectievelijk 31 en 37 jaar. Comorbide diagnoses kwamen voor bij 56% respectievelijk 63% van de groepen. In de asd-groep kwamen afhankelijkheid van middelen, adhd en persoonlijkheidsstoornissen het meest voor, in de controlegroep was er voornamelijk sprake van persoonlijkheidsproblematiek en affectieve stoornissen. De resultaten komen globaal overeen met die van gelijksoortig gepubliceerd onderzoek elders.
conclusie Het in kaart brengen van comorbiditeit verduidelijkt de fenotypische presentatie van autismespectrumstoornissen en de noodzaak van behandeling van bijkomende stoornissen.