Ontwikkelingen in de transculturele psychiatrie
achtergrond De grens tussen psychose of psychotische klachten en spiritualiteit (winti, voodoo, trance, djin, vervloeking, bezetenheid en het boze oog) is flinterdun en het onderscheid zeer moeilijk. In de praktijk wordt door patiënten vaak aangegeven dat ze last hebben van geesten/voodoo/ winti, en dergelijke. En elke keer is het moeilijk om duidelijk te krijgen of het gaat om een psychose, een verklaringsmodel van de patiënt of om cultuurspecifieke, geaccepteerde problematiek. Binnen de reguliere psychiatrie is hier nog weinig aandacht voor, waardoor de kans op misdiagnostiek groot is en de therapietrouw aan behandeling klein. Het tekortschieten van de reguliere psychiatrie in onder andere de diagnostiek van dergelijke problematiek en de zorg aan allochtone ouderen maakt ook duidelijk dat we stil moeten staan bij de vraag of de zorg voor allochtonen apart geregeld moet worden. Inmiddels kennen we een aantal instellingen voor allochtonen. Categorale ggz zal zeker een gewenste voorziening vormen voor de oudere allochtoon. Over ongeveer 2 jaar zal immers de eerste generatie migranten in groten getale de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Soortgelijke ontwikkelingen zien we ook bij Nederlandse migranten in Australië en Canada.
vorm Aan de hand van twee stellingen, namelijk 'Bij spiritualiteit is er per definitie geen sprake van psychose' en 'Categorale ggz voor allochtonen is een noodzakelijke voorziening en moet toegejuicht worden' zullen de sprekers in discussie met elkaar en de zaal gaan.
leerdoel Het uiteindelijke doel is te komen tot een overzichtelijke differentiatie tussen psychose en spiritualiteit. Daarbij zal ook de rol van de cultural formulation of diagnosis (cfd) worden nagegaan en de bijdrage die het kan leveren in de differentiatie naast de dsm-iv. Ook wordt overzichtelijk gemaakt wat de voor- en nadelen van aparte instellingen voor allochtonen zijn.