De Wet Bopz en wilsbekwaamheid: een update
toelichting De Wet Bopz kent een lange ontstaansgeschiedenis en ook tegenwoordig is deze wet nog steeds in ontwikkeling. De laatste jaren volgen de wijzigingen elkaar in hoog tempo op. In 2006 kwamen de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging, de laatste is sinds 1 januari van dit jaar opgeheven. Sinds 2008 is zelfbinding voor psychiatrisch patiënten mogelijk en is hiertoe de zelfbindingsmachtiging toegevoegd. In juni van het afgelopen jaar zijn enkele wetswijzigingen op het gebied van dwangbehandeling en de voorwaardelijke machtiging van kracht geworden. De derde evaluatiecommissie Wet Bopz heeft vorig jaar haar rapport uitgebracht en de regering heeft de wens uitgesproken om in 2011 een nieuwe wet te hebben. De wetswijzigingen reflecteren een tendens waarin het wenselijk wordt geacht om in een eerder stadium patiënten tegen hun wil in op te nemen, dan wel te behandelen. Zo werd gedwongen ambulante behandeling duidelijker beschreven in de voorwaardelijke machtiging en werden de mogelijkheden tot dwangbehandeling verruimd. Deze tendens is ook voelbaar in de discussies over de transformatie van de Wet Bopz als opnamewet naar behandelwet. In de nieuwe wet zal naast het gevaarscriterium, het wilsbekwaamheidscriterium belangrijk worden om te toetsen of patiënten al dan niet tegen hun wil kunnen worden opgenomen of behandeld. In de eerste sessie wordt een overzicht gegeven van de laatste ontwikkelingen ten aanzien van de Wet Bopz. Er wordt ingegaan op de laatste wetswijzigingen en de betekenis hiervan voor de praktijk. Er wordt uitleg gegeven over de zelfbindingsmachtiging. Vervolgens staat in de tweede sessie het begrip wilsbekwaamheid centraal. Er wordt beoogd inzicht te geven in het begrip wilsbekwaamheid in de huidige praktijk en de betekenis van dit begrip voor het gebruik in een mogelijk toekomstige behandelwet. In beide sessies worden zowel theorie als casuïstiek behandeld.