Toerekeningsvatbaarheid vanuit de praktijk
achtergrond Toerekeningsvatbaarheid is een begrip dat tot veel discussie leidt. De richtlijn Strafrechtelijke rapportage heeft er een uitgebreid hoofdstuk aan gewijd. Psychiaters (en psychologen) wordt door de strafrechter gevraagd om de doorwerking van eventuele psychiatrische stoornissen in strafbare feiten te bespreken en daar een conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid bij te vermelden. In hoeverre iemand een strafbaar feit kan worden toegerekend hangt af van de beoordeling of de verdachte de wederrechtelijkheid van zijn handelen had kunnen inzien en of de verdachte vanuit de stoornis gezien minder (of niet) in staat was dan de gemiddelde mens om daarnaar te kunnen handelen. Met andere woorden: had de verdachte in vrijheid zijn wil kunnen bepalen of was zijn keuzevrijheid als gevolg van zijn stoornis gecompromitteerd geraakt? Het begrip toerekeningsvatbaarheid en de toepassing ervan in de praktijk worden mede aan de hand van casuïstiek besproken.
doel Inzicht in hedendaagse discussie en toepassen van theorie in de praktijk.
methoden Bespreken theorie en praktijk aan de hand van casuïstiek.
resultaten Helderheid verschaffen in het begrip toerekeningsvatbaarheid.
conclusie Toerekeningsvatbaarheid is een lastig begrip dat weliswaar redelijk goed valt te omschrijven en in de praktijk toe te passen, maar waarbij nog veel interpretatieverschillen mogelijk zijn.